AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
Berlijn, 14 april 2004
BLN-PA-2004-040
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland het volgende mede te delen.
Teneinde voor de in de Bondsrepubliek Duitsland gestationeerde Nederlandse strijdkrachten
de welzijnszorg en daarmee de handhaving van het moreel van de krijgsmacht te bevorderen,
geeft de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de Regering van de Bondsrepubliek
Duitsland in overweging om een administratieve overeenkomst, als bedoeld in het vierde
lid van artikel 71 van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag te sluiten,
welke als volgt zal luiden:
De Nederlandse organisatie „Home Base Support”, die zich tot doel stelt de wereldbeschouwelijke,
maatschappelijke en sociale belangen van de leden van de Nederlandse strijdkrachten
en hun civiele gevolg alsmede hun familieleden te behartigen, geniet dezelfde behandeling
als de organisatie die in alinea 3 van het op artikel 71 van Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag betrekking hebbende gedeelte van het Protocol van Ondertekening bij de Aanvullende Overeenkomst zijn genoemd.
Voornoemde organisaties zijn vereist ter voldoening aan de militaire behoeften van
de in de Bondsrepubliek Duitsland gestationeerde Nederlandse strijdkrachten. Zij oefenen
hun werkzaamheden uit volgens de richtlijnen van de Nederlandse krijgsmacht en staan
onder het toezicht van genoemde krijgsmacht.
De toegekende voorrechten en vrijstellingen zijn van toepassing op de exploitatie
van militaire tehuizen ten behoeve van de in de Bondsrepubliek Duitsland gestationeerde
leden van de Nederlandse krijgsmacht, haar civiele dienst alsmede de gezinsleden.
Voornoemde voorrechten en vrijstellingen worden verleend voor de volgende functies:
a. huiskamerfunctie; b. geleide vrijetijdsbesteding; c. ontmoetingsplaats; d. restauratieve
functie; en e. nader tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland
overeen te komen functies, die voortvloeien uit een grotere rol die aan de militaire
tehuizen bij de uitvoering van personeelszorgtaken wordt toegekend. De uitsluitend
in dienst van deze organisaties staande werknemers worden, onverlet het bepaalde in
het zesde lid van artikel 71 van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag, als leden van de civiele dienst en de gezinsleden van deze werknemers als gezinsleden
van de civiele dienst beschouwd en behandeld.
Voornoemde organisaties worden, ter zake van de regeling van schadevorderingen zoals
bedoeld in het zevende lid van artikel 41 van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag, niet beschouwd als integrerende onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht en als
zodanig handelend, en zijn in dit opzicht niet onttrokken aan de Duitse rechtsmacht.
Voertuigen, welke ten behoeve van deze organisaties worden gebruikt, worden als dienstvoertuigen
beschouwd in de zin van het tweede lid, onderdeel c, van artikel XI en het vierde
lid van artikel XIII van het NAVO-Statusverdrag.
De Ambassade zal aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken opgave doen van de plaatsen
in de Bondsrepubliek Duitsland waar de hoofdvestiging en de nevenvestigingen van voornoemde
organisaties worden ingericht, alsmede van de personalia van de in deze instellingen
tewerkgestelde personen en eventuele latere wijzigingen hierop.
Het vierde lid van artikel 71 van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag is ingevolge het derde lid, onderdeel a, van het Protocol bij de Aanvullende Overeenkomst
inzake de stationering van Duitse strijdkrachten in Nederland (Bergen, 6 oktober 1997)
van toepassing op vergelijkbare Duitse organisaties in Nederland. Op grond hiervan
wordt aan deze organisaties alsmede aan de in dienst van deze organisaties staande
werknemers en hun gezinsleden een vergelijkbare status toegekend als die, welke op
basis van deze administratieve overeenkomst wordt toegekend aan Nederlandse organisaties
in Duitsland en de in dienst van deze organisaties staande werknemers en hun gezinsleden.
De administratieve overeenkomst van 14 september 1965 met betrekking tot de Centrale
van Katholieke Militaire Tehuizen en de Koninklijke Nederlandse Militaire Bond „Pro
Rege” en de administratieve overeenkomst van 14 maart 1968 met betrekking tot de Stichting
Militaire Tehuizen van het Humanistisch Thuisfront treden op de dag van inwerkingtreding
van deze administratieve overeenkomst buiten werking.
Indien de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland zich met het in nummer 1–7 vervatte
voorstel van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden kan verenigen, zullen
deze nota en het bevestigende antwoord daarop van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken een administratieve overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland vormen, als bedoeld in het vierde lid van artikel 71 van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag, die op de dag na ontvangst door deze Ambassade van de antwoordnota van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken in werking treedt en waarvan de Nederlandse en Duitse tekst
gelijkelijk authentiek zijn.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland opnieuw haar
bijzondere hoogachting te betuigen.
Aan het
Ministerie van Buitenlandse Zaken
van de Bondsrepubliek Duitsland
te Berlijn