De Lid-Staten van de Raad van Europa, die dit Verdrag hebben ondertekend,
Erkennend dat in de Lid-Staten van de Raad van Europa bij het geven van beslissingen
inzake het gezag over kinderen het belang van het kind van doorslaggevende betekenis
is;
Overwegend dat door het treffen van maatregelen ter vergemakkelijking van de erkenning
en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen de belangen
van de kinderen beter zullen worden beschermd;
Het in verband met dat doel wenselijk achtend er met nadruk op te wijzen dat het bezoekrecht
van de ouders het normale uitvloeisel is van het recht betreffende het gezag;
Wijzend op het groeiende aantal gevallen waarin kinderen ongeoorloofd een internationale
grens zijn overgebracht en op de moeilijkheden die zich voordoen bij het zoeken naar
een passende oplossing voor de problemen, die zich bij deze gevallen voordoen;
Verlangend passende bepalingen in te voeren waardoor het gezag over kinderen kan worden
hersteld wanneer dit gezag eigenmachtig is onderbroken;
Overtuigd van de wenselijkheid daartoe maatregelen te nemen die aansluiten bij de
verschillende behoeften en de verschillende omstandigheden;
Verlangend een juridische samenwerking tot stand te brengen tussen hun autoriteiten,