9712
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse
Zaken het volgende mede te delen:
Ten einde voor de leden van de in de Bondsrepubliek Duitsland gelegerde Nederlandse
strijdkrachten en voor de leden van de civiele dienst, alsmede hun gezinsleden, de
sociale zorg en daardoor de handhaving van het moreel van de strijdmacht te bevorderen,
stelt de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Regering van de Bondsrepubliek
Duitsland voor, een administratieve overeenkomst krachtens artikel 71, vierde lid,
van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag te sluiten, waarvan de
inhoud als volgt luidt:
-
1. De Nederlandse organisatie „Stichting Jeugdwerk West-Duitsland”, een stichting die
zich krachtens haar statuten ten doel stelt het sociale jeugdwerk ten behoeve van
de kinderen van de leden der in de Bondsrepubliek Duitsland gelegerde Nederlandse
strijdkrachten te bevorderen, geniet dezelfde behandeling als de organisaties die
in punt 3 van het op artikel 71 van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag
betrekking hebbende gedeelte van het Protocol van Ondertekening zijn genoemd.
-
2. De bovengenoemde organisatie is nodig om te voldoen aan de militaire behoeften van
de in de Bondsrepubliek Duitsland gelegerde Nederlandse strijdkrachten. Zij verricht
haar werkzaamheden in overeenstemming met de voorschriften van de Nederlandse strijdmacht
en is onderworpen aan haar toezicht.
-
3. De uitsluitend in dienst van de „Stichting Jeugdwerk West-Duitsland” zijnde personeelsleden
dienen, behoudens artikel 71, zesde lid van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag,
als leden van de civiele dienst te worden beschouwd en behandeld, en hun gezinsleden
als gezinsleden van de leden van de civiele dienst.
-
4. De „Stichting Jeugdwerk West-Duitsland” wordt niet beschouwd als onderdeel van de
strijdmacht in de zin van artikel 41, zevende lid, van de Aanvullende Overeenkomst
bij het NAVO-Statusverdrag, en is ten aanzien van de vergoeding van schaden onderworpen
aan de Duitse rechtspraak.
-
De door haar gebruikte voertuigen worden beschouwd als dienstvoertuigen in de zin
van artikel XI, tweede lid, letter c, en eerste lid, alsmede van artikel XIII, vierde
lid, van het NAVO-Statusverdrag.
-
5. De Ambassade stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken in kennis van de plaatsen
in de Bondsrepubliek Duitsland, waar het hoofdkantoor en de bijkantoren van de „Stichting
Jeugdwerk West-Duitsland” worden gevestigd, alsmede van de personalia van de bij deze
vestiging betrokken personen, en van eventuele latere wijzigingen.
-
6. Deze Administratieve Overeenkomst treedt in werking op de dag waarop de antwoordnota
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken door de Ambassade van het Koninkrijk der
Nederlanden is ontvangen.
Indien de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland met de onder nummers 1 t/m 6 genoemde
voorstellen instemt, zullen deze nota en de nota van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken waarin de instemming wordt betuigd, een administratieve overeenkomst als bedoeld
in artikel 71, vierde lid, van de Aanvullende Overeenkomst bij het NAVO-Statusverdrag,
tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek
Duitsland vormen.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
om het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw te verzekeren van haar bijzondere
hoogachting.
Bonn, 29 september 1976
Aan het Ministerie
van Buitenlandse Zaken
5300 BONN