De Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Franse Republiek,
de Ierse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk
der Nederlanden, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk
van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Overtuigd, dat bevestiging van de vrede, gegrondvest op rechtvaardigheid en internationale
samenwerking, van vitaal belang is voor het behoud van de samenleving en van de beschaving;
Opnieuw bevestigende haar gehechtheid aan de geestelijke en zedelijke waarden, welke
het gemeenschappelijke erfdeel zijn van haar volken en de ware bron van persoonlijke
vrijheid, van vrijheid van politieke overtuiging en van de heerschappij van het recht,
welke beginselen de grondslag vormen van elke waarachtige democratie;
Gelovende, dat voor de instandhouding en verdere verwezenlijking van deze idealen
en in het belang van economische en sociale vooruitgang een behoefte bestaat aan hechtere
eenheid tussen alle gelijkgestemde landen van Europa;
Overwegende, dat, ten einde tegemoet te komen aan deze behoefte en aan het tot uiting
gekomen streven in dit opzicht van haar volken, het noodzakelijk is, onverwijld een
organisatie in het leven te roepen, welke de Europese Staten in hechter verband met
elkaar zal brengen;
Hebben dientengevolge besloten een Raad van Europa op te richten, bestaande uit een
Comité van Regeringsvertegenwoordigers en uit een Raadgevende Vergadering; en hebben
te dien einde het navolgende Statuut aanvaard: