Additioneel artikel gevoegd bij de Overeenkomst tussen Nederland en België betreffende [...] gesloten te Maastricht op 8 augustus 1843, 's-Gravenhage, 27-09-1843

Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 03-10-1843.
Geldend van 03-10-1843 t/m heden

Additioneel artikel gevoegd bij de Overeenkomst tussen Nederland en België betreffende de grensscheiding, gesloten te Maastricht op 8 augustus 1843

Authentiek : FR

ARTICLE ADDITIONEL, ajouté à la convention de limites entre le Royaume des Pays-Bas et le Royaume de Belgique, conclue à Maastricht, le huit Août mil huit cent quarante trois.

Il est entendu, que la franchise de droits, mentionnée à l'article vingt du traité du trois Mai mil huit cent quinze, entre la Russie et l'Autriche, cité à l'article trente sept de la présente convention, s'applique uniquement au cas de transport du lieu de production, vers le siège de l'exploitation agricole des terres coupées par la frontière.

Par produits de leur fabrication et production industrielles, mentionnés au même article vingt du traité du trois Mai mil huit cent quinze, ou entend exclusivement ceux de l'industrie agricole, obtenus uniquement pas les produits du sol coupé par la ligne de frontière, et manipulés sur les lieux où ils ont été recoltés.

Dans aucun cas, la franchise de droits dont ils jouiront, ne pourra s'étendre aux accises ou droits de consommation qui pèsent sur des produits indigènes de la même espèce, dans le pays où ils seront transportés.

Ces droits d'accises ou de consommation seront calculés d'après la base admise, dans l'Etat intéressé, pour la décharge accordée à l'exportation des produits similaires.

Les sujets des deux pays jouiront, réciproquement, de toutes les faveurs accordées par les §§ quatre et cinq de l'article cinq de la loi du vingt six Août mil huit cent vingt deux (Journal Officiel des Pays-Bas, numéro trente huit) aux habitants des frontières, à l'égard de leurs chevaux, bestiaux, fruits et productions du sol et des arbres, semences, engrais et moyens de transport, pourvu qu'ils remplissent les formalités y prescrites, et qu'ils se conforment aux mesures prises ou à prendre par les gouvernements respectifs, pour prévenir la fraude.

Ne participeront toutefois à ces faveurs, que les propriétaires ou possesseurs des terres situées à une distance de moins de cinq mille cinq cents mètres de la ligne de frontière, sans distinction si elles touchent à cette ligne, ou si elles en sont séparées par d'autres terrains.

Arrêté et signé à la Haye, le vingt sept Septembre mil huit cent quarante trois, entre le baron Schimmelpenninck van der Oye, Ministre de l'intérieur, chargé, par intérim, des fonctions de Ministre des affaires étrangères de Sa Majesté le Roi des Pays-Bas, et le Général Prisse, Envoyé extraordinaire et Ministre plénipotentiaire de Sa Majesté le Roi des Belges.

(L. S.) SCHIMMELPENNINCK VAN DER OIJE.

(L. S.) PRISSE.

Vertaling : NL

ADDITIONEEL ARTIKEL, gevoegd bij de grensovereenkomst tusschen het Koningrijk der Nederlanden en het Koningrijk Belgie, gesloten te Maastricht, den achtsten Augustus achttien honderd drie en veertig.

Het is de bedoeling, dat de vrijdom van regten, vermeld in artikel twintig van het tractaat van den derden Mei achttien honderd vijftien, tusschen Rusland en Oostenrijk, aangehaald in artikel zeven en dertig der tegenwoordige overeenkomst, alleen van toepassing is, in geval van vervoer van de plaats der voortbrengst, naar den hoofdzetel der bebouwing van de landerijen welke door de grens worden doorsneden.

Door voortbrengselen van hunne fabrikaadje en nijverheid, vermeld in hetzelfde artikel twintig van het tractaat van den derden Mei achttien honderd vijftien, verstaat men uitsluitend die van den landbouw, welke alleen verkregen worden uit de opbrengst van den grond die door de grenslijn afgesneden is, en bewerkt zijn op de plaatsen zelve hunner inoogsting.

In geen geval strekt de vrijdom van regten welke zij genieten zullen, zich uit tot de accijnsen of belastingen op het verbruik, waarmede de inlandsche voortbrengselen van dezelfde soort, in de landen waarheen dezelve gevoerd zullen worden, bezwaard zijn.

Deze accijns- of verbruiks-regten zullen berekend worden naar den maatstaf, welke in den belanghebbenden staat is aangenomen, voor de ontlasting bij uitvoer van gelijksoortige voortbrengselen toegestaan.

De onderdanen der beide landen zullen, wederzijds, het genot hebben van al de voordeelen, welke bij de § § 4 en 5 van artikel 5 der wet van den zes en twintigsten Augustus achttien honderd twee en twintig (Staatsblad der Nederlanden, nummer acht en dertig) aan de grensbewoners zijn toegestaan, ten opzigte van hunne paarden, hun vee, hunne vruchten en voortbrengselen van den grond en der boomen, zaden, mest en middelen van vervoer, mits door hen voldaan worde aan de daarbij voorgeschreven formaliteiten, en zij zich gedragen naar de maatregelen door de wederzijdsche regeringen genomen of te nemen, ter voorkoming van sluikerijen.

In deze gunsten zullen echter alleen deelen de eigenaren of gebruikers der landerijen, op eenen afstand van minder dan vijf duizend vijf honderd meters van de grenslijn gelegen, zonder onderscheid of die landerijen deze lijn aanraken, of dat zij er, door andere grondstukken, van afgescheiden zijn.

Vastgesteld en geteekend te 's Hage, den zeven en twintigsten September achttien honderd drie en veertig, tusschen den baron Schimmelpenninck van der Oije, Minister van Binnenlandsche Zaken, belast, ad interim, met de functien van Minister van Buitenlandsche Zaken van Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden, en den Generaal Prisse, buitengewoon Gezant en gevolmagtigd Minister van Zijne Majesteit den Koning der Belgen.

(L. S.) SCHIMMELPENNINCK VAN DER OIJE.

(L. S.) PRISSE.