Besluit van 30 augustus 1989, houdende vaststelling van de Rechtspositieregeling assistenten
in opleiding en akademie-onderzoekers bij de rijksonderzoekinstituten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van 11 juli 1989, nr. AB88/439/U50,
directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden,
afdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel;
Gelet op de artikelen 125, eerste lid en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530);
De Raad van State gehoord (advies van 8 augustus 1989, nr. W04.89.0413);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 21 augustus
1989, nr. AB 89/149/V3, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie
Arbeidsvoorwaarden, afdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel;
Hebben goedgevonden en verstaan: