Stb. 2005, 134, datum inwerkingtreding 18-03-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.
1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan
onder:
-
a. afvalstoffen: afvalstoffen als bedoeld in de Wet milieubeheer;
-
b. verwijdering: storten of verbranden van afvalstoffen, met uitzondering van verbranden
met een hoofdgebruik als brandstof of een hoofdgebruik voor een andere wijze van energieopwekking;
-
ba. nuttige toepassing: nuttige toepassing als bedoeld in de Wet milieubeheer;
-
bb. storten: storten als bedoeld in de Wet milieubeheer;
-
c. inrichting: een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer, werken daaronder niet
begrepen, waarin afvalstoffen worden verwijderd;
-
d. baggerspecie: grond die uit de bodem is vrijgekomen via het oppervlaktewater of de
voor dat water bestemde ruimte, daaronder begrepen sediment en het residu van de reiniging
van baggerspecie;
-
e. ontinktingsresidu: de afvalstof die bij papier- en kartonfabrieken die oud papier
als grondstof inzetten, ontstaat tijdens het proces waarbij het oud papier wordt ontinkt
door middel van een flotatie- of wasproces;
-
f. stoffen: chemische elementen en hun verbindingen, zoals deze voorkomen in de natuur
dan wel door menselijk toedoen worden voortgebracht;
-
g. preparaten: mengsels of oplossingen van stoffen;
-
h. volumieke massa: gewicht per volume-eenheid uitgedrukt in kilogram per kubieke meter;
-
i. percolaat: vloeistof die uit gestorte afvalstoffen komt of daarmee in contact is geweest;
-
j. stortgas: gas dat uit gestorte afvalstoffen vrijkomt als gevolg van biologische afbraakreacties.
2 Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen worden niet
tot afvalstoffen gerekend die stoffen, preparaten en andere producten, die voldoen
aan de voorwaarden van bij algemene maatregel van bestuur opgesomde besluiten en regelingen
volgens welke deze stoffen, preparaten en andere producten buiten inrichtingen met
een stortplaats milieuhygiënisch verantwoord zijn toe te passen, dan wel bestemd zijn
te worden gebruikt voor bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen toepassingen
die hetzij verband houden met de bedrijfsvoering van de inrichting, hetzij deel uitmaken
van het bedrijfsproces dat leidt tot de nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen.
Stb. 2005, 683, datum inwerkingtreding 01-01-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 26-09-2004.
1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan
onder:
-
a. afvalstoffen: afvalstoffen als bedoeld in de Wet milieubeheer, en zeer laag radioactief
afval;
-
aa. zeer laag radioactief afval: radioactieve afvalstoffen van natuurlijke bronnen van
ioniserende straling, waarin de activiteit van de betrokken natuurlijke bronnen op
enig moment gelijk is aan of hoger is dan de in bijlage 1, tabel 1, van het Besluit
stralingsbescherming vermelde waarde, en de activiteitsconcentratie van de betrokken
natuurlijke bronnen gelijk is aan of hoger is dan de in bijlage 1, tabel 1, van het
Besluit stralingsbescherming vermelde waarde en lager is dan tien maal die waarde;
-
b. verwijdering: storten of verbranden van afvalstoffen, met uitzondering van verbranden
met een hoofdgebruik als brandstof of een hoofdgebruik voor een andere wijze van energieopwekking;
-
ba. nuttige toepassing: nuttige toepassing als bedoeld in de Wet milieubeheer;
-
bb. storten: storten als bedoeld in de Wet milieubeheer;
-
c. inrichting: een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer, werken daaronder niet
begrepen, waarin afvalstoffen worden verwijderd;
-
d. baggerspecie: grond die uit de bodem is vrijgekomen via het oppervlaktewater of de
voor dat water bestemde ruimte, daaronder begrepen sediment en het residu van de reiniging
van baggerspecie;
-
e. ontinktingsresidu: de afvalstof die bij papier- en kartonfabrieken die oud papier
als grondstof inzetten, ontstaat tijdens het proces waarbij het oud papier wordt ontinkt
door middel van een flotatie- of wasproces;
-
f. stoffen: chemische elementen en hun verbindingen, zoals deze voorkomen in de natuur
dan wel door menselijk toedoen worden voortgebracht;
-
g. preparaten: mengsels of oplossingen van stoffen;
-
h. volumieke massa: gewicht per volume-eenheid uitgedrukt in kilogram per kubieke meter;
-
i. percolaat: vloeistof die uit gestorte afvalstoffen komt of daarmee in contact is geweest;
-
j. stortgas: gas dat uit gestorte afvalstoffen vrijkomt als gevolg van biologische afbraakreacties.
2 Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen worden niet
tot afvalstoffen gerekend die stoffen, preparaten en andere producten, die voldoen
aan de voorwaarden van bij algemene maatregel van bestuur opgesomde besluiten en regelingen
volgens welke deze stoffen, preparaten en andere producten buiten inrichtingen met
een stortplaats milieuhygiënisch verantwoord zijn toe te passen, dan wel bestemd zijn
te worden gebruikt voor bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen toepassingen
die hetzij verband houden met de bedrijfsvoering van de inrichting, hetzij deel uitmaken
van het bedrijfsproces dat leidt tot de nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen.