Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte

Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2019 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 17-02-1999 t/m heden

Hoofdstuk II. Wetten op het terrein van de sociale zekerheid

Hoofdstuk IV. Overige wetten

Hoofdstuk V. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel XXXII

De middelen van de afdelingskassen bedoeld in artikel 43 van de Organisatiewet sociale verzekeringen, alsmede de reserves bedoeld in artikel 63 van de Ziektewet, zoals laatstgenoemde wet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, komen ten gunste van de wachtgeldfondsen, bedoeld in artikel 102 van de Werkloosheidswet.

Artikel XXXIII

  • 1 Artikel 1638c van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek zoals dit artikel luidde op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing op de arbeidsverhouding van de persoon:

    • a. die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, zolang die ongeschiktheid duurt; of

    • b. wiens ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte intreedt op of na de datum van inwerkingtreding van deze wet en tevens binnen vier weken nadat een voor die inwerkingtreding gelegen periode van ongeschiktheid door herstel is geëindigd, zolang die ongeschiktheid duurt.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid geldt de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte als niet onderbroken wanneer perioden van ongeschiktheid elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.

Artikel XXXIV

  • 1 De Ziektewet en de daarop berustende bepalingen zoals deze luidden op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet blijven van toepassing op het recht op ziekengeld van de verzekerde:

    • a. die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, zolang die ongeschiktheid duurt; of

    • b. wiens ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte intreedt op of na de datum van inwerkingtreding van deze wet en tevens binnen vier weken nadat een voor die inwerkingtreding gelegen periode van ongeschiktheid door herstel is geëindigd, zolang die ongeschiktheid duurt.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid geldt de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte als niet onderbroken wanneer perioden van ongeschiktheid elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.

Artikel XXXV

  • 1 Het ziekengeld van de verzekerde op wie artikel XXXIV van deze wet van toepassing is komt ten laste het wachtgeldfonds.

  • 2 In afwijking van het eerste lid blijft de werkgever die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering zelf droeg, dit risico dragen ten aanzien van de verzekerde op wie artikel XXXIV van deze wet van toepassing is.

Artikel XXXVI

Artikel 64, derde lid, van de Ziektewet, blijft van toepassing op de persoon die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet op grond van dat artikellid vrijwillig verzekerd was.

Artikel XLII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.