Aanwijzing macro-verstrekkingenbudget ziekenfondsverzekering 1998

[Regeling vervallen per 28-08-2004.]
Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002.
Geldend van 14-12-1997 t/m 27-08-2004

Aanwijzing macro-verstrekkingenbudget ziekenfondsverzekering 1998

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 2 van het Besluit financiering ziekenfondsen Ziekenfondswet;

Gezien het advies van de Ziekenfondsraad van 24 april 1997 (SEA/17232/97);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Voor het jaar 1998 worden ten aanzien van alle ziekenfondsen tezamen ten laste van de Algemene Kas, bedoeld in artikel 71 van de Ziekenfondswet, besteedbare middelen vastgesteld ter gehele of gedeeltelijke dekking van hun kosten van verstrekkingen en vergoedingen in het kader van de Ziekenfondswet, ter grootte van f 21.526.200.000,-.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 De besteedbare middelen, genoemd in artikel 1, worden verdeeld in:

    • a. een macro-deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging (inclusief kosten specialistische hulp) ad. f 5.421.739.000,-, bestaande uit:

      • a.1. een macro-deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging (exclusief kosten specialistische hulp) ad. f 3.546.722.000,-;

      • a.2. een macro-deelbudget kosten specialistische hulp ad. f 1.875.017.000;

    • b. een macro-deelbudget vaste kosten ziekenhuisverpleging ad. f 8.196.543.000,-;

    • c. een macro-deelbudget kosten overige verstrekkingen ad. f 7.907.918.000,-.

  • 2 Voor de verdeling van de verstrekkingen naar de verschillende macro-deelbudgetten wordt aangesloten bij het Jaaroverzicht Zorg 1998 (JOZ 1998), waarbij tevens rekening wordt gehouden met de effecten van de herstructurering van de Ziekenfondswet 1998, alsmede met het ter beschikking stellen van een bedrag ad f 30.000.000,-voor de oplossing van de wachtlijstproblematiek bij de ziekenhuizen.

    De macro-deelbudgetten variabele kosten ziekenhuisverpleging en vaste kosten ziekenhuisverpleging (totale kosten ziekenhuisverpleging) omvatten de verstrekkingen die ten grondslag liggen aan de raming van de kosten voor algemene, categorale en academische ziekenhuizen, specialistische hulp, en overige voorzieningen curatieve zorg in het JOZ 1998, echter exclusief In Vitro Fertilisatie.

    Het macro-deelbudget kosten overige verstrekkingen omvat alle overige ZFW-verstrekkingen die niet zijn opgenomen in de macro-deelbudgetten variabele kosten ziekenhuisverpleging en vaste kosten ziekenhuisverpleging.

  • 3 Het macro-deelbudget, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt verdeeld in een budget voor elk ziekenfonds

    A. Verdeling macro-deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging (exclusief kosten specialistische hulp)

    Het macro-deelbudget, genoemd in het eerste lid, onder a.1., wordt verdeeld in een budget voor elk ziekenfonds. De verdeling geschiedt aan de hand van de productie-indicatoren verpleegdag, opname, dagverpleging en eerste polikliniekbezoek. Bij de verdeling wordt uitgegaan van de in tabel 1 geraamde macro-omvang van de productie-indicatoren voor ziekenfonds-verzekerden voor 1998.

    Tabel 1. Geraamde macro-omvang productie-indicatoren 1998
     

    Algemene

    ziekenhuizen

    Categorale

    ziekenhuizen

    Academische

    ziekenhuizen

    Totaal

    Verpleegdag

    8.441.365

    322.869

    1.264.558

    10.028.792

    Opname

    964.714

    26.665

    134.441

    1.125.820

    Dagverpleging

    471.981

    6.656

    41.832

    520.469

    1e polikliniek-

           

    bezoek

    4.817.295

    96.675

    579.779

    5.493.749

    Aan de productie-indicatoren worden de in tabel 2 genoemde prijzen gekoppeld.

    Tabel 2. Prijscomponent per productie-indicator
       

    Verpleegdag

    f 98,66

    Opname

    f 1.469,77

    Dagverpleging

    f 498,90

    1e polikliniekbezoek

    f 179,41

    Bij de verdeling worden voorts de verzekerdenaantallen gesplitst naar de criteria ’leeftijd’, ’geslacht’, ’regio’ en ’arbeidsongeschiktheid’. Aan de onderscheiden criteria worden gewichten toegekend. Bij de toepassing van de arbeids-ongeschiktheidsgewichten wordt onderscheid gemaakt naar leeftijd.

    Bij de verdeling van het macro-deelbudget wordt uitgegaan van de arbeids-ongeschiktheidsgewichten zoals vermeld in tabel 3.

    Tabel 3. Arbeidsongeschiktheidsgewichten 1998
     

    Niet arbeidsongeschikt

    Arbeidsongeschikt

    15-34 jaar

    0,962

    2,337

    35-44 jaar

    0,905

    2,141

    45-54 jaar

    0,861

    1,725

    55-64 jaar

    0,862

    1,365

    overig

    1,000

    1,000

    Op deze gewichten zal nog een herrekening plaatsvinden, op basis van de bij de Ziekenfondsraad ter beschikking staande gegevens, naar het totale ziekenfondsverzekerdenbestand.

    Voor toepassing van de regiofactor wordt per ziekenfonds het aantal verzekerden geïnventariseerd per 4-cijferig postcodegebied. Deze verzekerden worden vervolgens ondergebracht in een vijftal klassen van stedelijkheid. Dit vindt plaats op basis van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hiervoor gehanteerde maatstaf: de gemeentelijke omgevingsadressendichtheid (OAD). Voor de vijf verschillende OAD-klassen worden de gewichten per productie-indicator gebruikt zoals opgenomen in tabel 4.

    Tabel 4. Regiogewichten macro-deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging exclusief kosten specialistische hulp

    OAD-klasse

    Verpleegdagen

    Opnamen

    Dagverpleging

    1e polikliniek

    bezoek

    1

    1,096

    1,054

    0,868

    1,055

    2

    1,054

    1,028

    1,012

    1,036

    3

    1,021

    1,021

    1,142

    1,031

    4

    0,929

    0,960

    1,011

    0,953

    5

    0,898

    0,934

    0,958

    0,923

    Op deze gewichten zal nog een herrekening plaatsvinden, op basis van de bij de Ziekenfondsraad ter beschikking staande gegevens, naar het totale ziekenfondsverzekerdenbestand.

    B. Verdeling budgetonderdeel kosten specialistische hulp

    Het macro-deelbudget, genoemd in het eerste lid, onder a.2., wordt verdeeld in een budget voor elk ziekenfonds. Bij de verdeling worden de verzekerdenaantallen gesplitst naar de criteria ’leeftijd’ en ’geslacht’. Aan de onderscheiden criteria worden gewichten toegekend.

  • 4 Het macro-deelbudget, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt verdeeld in een budget voor elk ziekenfonds op basis van historische kosten (1996). Voor een nieuw ziekenfonds, dat geen rechtsopvolger van een of meer reeds bestaande ziekenfondsen is, kan worden uitgegaan van een andere basis.

  • 5 Het macro-deelbudget, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt verdeeld in een budget voor elk ziekenfonds. De verzekerdenaantallen worden gesplitst naar de criteria ’leeftijd’, ’geslacht’, ’regio’ en ’arbeidsongeschiktheid’.

    Aan de onderscheiden criteria worden gewichten toegekend. De gewichten van de toegepaste arbeidsongeschikt-heidsfactoren zijn opgenomen in tabel 3.

    Op deze gewichten zal nog een herrekening plaatsvinden, op basis van de bij de Ziekenfondsraad ter beschikking staande gegevens, naar het totale ziekenfondsverzekerdenbestand. Voor toepassing van de regiofactor wordt per ziekenfonds het aantal verzekerden geïnventariseerd per 4-cijferig postcodegebied. Deze verzekerden worden vervolgens ondergebracht in een vijftal klassen van stedelijkheid. Dit vindt plaats op basis van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hiervoor gehanteerde maatstaf: de gemeentelijke omgevingsadressendichtheid (OAD). Voor de vijf verschillende OAD-klassen worden de volgende gewichten gebruikt: de klassen 1 - 2 - 3 - 4 en 5 krijgen respectievelijk de gewichten 1,012 / 1,016 / 1,018 / 0,984 / 0,959.

  • 6 De Ziekenfondsraad bepaalt per macro-deelbudget het gewicht van de onderscheiden criteria.

  • 7 Bij de bepaling van het aantal ingeschreven verzekerden laat de Ziekenfondsraad de inschrijving buiten beschouwing van verzekerden aan wie de kosten van verstrekkingen en vergoedingen ingevolge artikel 4 ten laste van de Algemene Kas middelen besteedbaar worden gesteld naar het werkelijke bedrag van die kosten. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing voor inschrijvingen met terugwerkende kracht, voorzover het betreft de periode waarover de inschrijving terugwerkt.

  • 8 Van het totaal van de in het eerste lid genoemde macro-deelbudgetten wordt een gedeelte, tot een maximum van drie procent op jaarbasis van de in het eerste lid, onder a en c, genoemde macro-deelbudgetten, in verband met het verlenen van flexibele zorg vervangen door een door de Ziekenfondsraad vastgestelde subsidie.

  • 9 Voor de toepassing van artikel 3 wordt de in het achtste lid bedoelde subsidie aangemerkt als onderdeel van:

    • -

      enerzijds het deelbudget vaste kosten ziekenhuisverpleging en anderzijds de deelbudgetten variabele kosten ziekenhuisverpleging (inclusief kosten specialistische hulp) en kosten overige verstrekkingen, indien het flexibele zorg betreft die in de plaats komt van ziekenhuisverpleging en/of medisch specialistische hulp volgens de in het tiende lid opgenomen verdeelsleutel;

    • -

      het deelbudget kosten overige verstrekkingen, indien het flexibele zorg betreft die niet in de plaats komt van ziekenhuisverpleging en/of medisch specialistische hulp.

  • 10 De verdeling, bedoeld in het vorige lid, is gelijk aan de verhouding tussen enerzijds de deelbudget vaste kosten ziekenhuisverpleging en anderzijds de deelbudgetten variabele kosten ziekenhuisverpleging (inclusief kosten specialistische hulp) en kosten overige verstrekkingen, die kan worden berekend overeenkomstig het eerste lid.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 Ter vaststelling van de voor ieder ziekenfonds afzonderlijk ten laste van de Algemene Kas besteedbare middelen herrekent de Ziekenfondsraad na ommekomst van het jaar 1998 op onderstaande wijze de door hem vastgestelde budgetten, bedoeld in artikel 2.

    • a. Op basis van de werkelijke verzekerdenaantallen, uitgesplitst naar leeftijd, geslacht, regio en arbeidsongeschiktheid worden de budgetten, bedoeld in artikel 2, herrekend.

    • b.1 De werkelijke variabele kosten ziekenhuisverpleging (exclusief kosten specialistische hulp) worden bepaald door het werkelijke aantal verpleegdagen, opnamen, dagen dagverpleging en eerste polikliniekbezoeken te vermenigvuldigen met de prijs per productie-indicator zoals gebruikt bij de bepaling van het macro-deelbudget, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a.1. De werkelijke kosten variabele kosten ziekenhuisverpleging (inclusief kosten specialistische hulp) zijn gelijk aan de werkelijke kosten variabele kosten ziekenhuisverpleging (exclusief kosten specialistische hulp) plus het budget voor kosten specialistische hulp.

      Binnen het macro-deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging (exclusief kosten specialistische hulp) vindt een specifieke verevening plaats overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid.

    • b.2. Vervolgens wordt voor het macro-deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging (inclusief kosten specialistische hulp) voor 30% verevening toegepast op het verschil tussen de werkelijke, naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging (inclusief kosten specialistische hulp) en het ingevolge onderdeel b.1. herrekende deelbudget.

    • b.3. Tenslotte vindt nacalculatie plaats ter grootte van 25% van het verschil tussen de werkelijke, naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het macro-deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging (inclusief kosten specialistisch hulp) en het ingevolge onderdeel b.2 herre-kende macro-deelbudget.

    • c. Voor het macro-deelbudget vaste kosten ziekenhuisverpleging vindt nacalculatie plaats ter grootte van 95% van het verschil tussen de werkelijke, naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het deelbudget vaste kosten ziekenhuisverpleging en het ingevolge onderdeel a. herrekende deelbudget. De werkelijke vaste kosten ziekenhuisverpleging worden bepaald door de werkelijke kosten ziekenhuisverpleging (inclusief kosten specialistische hulp) te verminderen met de werkelijke variabele kosten ziekenhuisverpleging (inclusief kosten specialistische hulp) zoals berekend overeenkomstig onderdeel b vóór toepassing van verevening en nacalculatie.

    • d.1. Binnen het macro-deelbudget kosten overige verstrekkingen vindt een specifieke verevening plaats overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid.

    • d.2. Vervolgens wordt voor het macro-deelbudget kosten overige verstrek-kingen voor 30% verevening toegepast op het verschil tussen de werkelijke en naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het deelbudget kosten overige verstrekkingen en het ingevolge onderdeel d.1. herrekende macro-deelbudget.

    • d.3. Tenslotte vindt nacalculatie plaats ter grootte van 15% van het verschil tussen de werkelijke, naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het macro-deelbudget en het ingevolge onderdeel d.2 herrekende macro-deelbudget.

  • 2 De specifieke verevening bedoeld in het eerste lid, onder b.1 en d.1, is opgebouwd uit de volgende compo-nenten:

    • I. Per ziekenfonds wordt ten laste van een pool gebracht 90% van de naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van individuele verzekerden voorzover deze kosten de grens van f 4500,- overschrijden. Deze kosten betreffen de werkelijke variabele kosten ziekenhuisverpleging (exclusief kosten specialistische hulp) en kosten overige verstrekkingen tezamen, zonder aftrek van nominale premie en verhaal;

    • II. Per ziekenfonds wordt ten gunste van de onder I bedoelde pool gebracht een percentage van de variabele deelbudgetten ziekenhuisverpleging (exclusief kosten specialistische hulp) en overige verstrekkingen. Dit percentage wordt op een nader door de Ziekenfondsraad aan te geven wijze vastgesteld.

    • III. Per ziekenfonds worden de uitkomsten van I en II in de vorm van een herrekening toegepast op de individuele budgetten variabele kosten ziekenhuisverpleging (exclusief kosten specialistische hulp) en kosten overige verstrekkingen.

  • 3 Bij toepassing van de verevening en nacalculatie overeenkomstig het eerste lid, onder b en d, wordt onder de werkelijke kosten verstaan de kosten onder aftrek van de door de ziekenfondsen te innen nominale premies en tweederde deel van de opbrengst van verhaal van kosten op derden. Bij de bepaling van de te innen nominale premies wordt gerekend met een nominale rekenpremie van f 157,- per volwassen verzekerde per jaar. De aftrek van de te innen nominale premie en opbrengst verhaal vindt plaats naar rato van het aandeel van de kosten van het variabele deel ziekenhuisverpleging (exclusief specialistisch hulp) en kosten overige verstrekkingen binnen het totaal van de kosten van het variabele deel ziekenhuisverpleging (exclusief kosten specialistische hulp) en kosten overige verstrekkingen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 Voor de navolgende kosten van verstrekkingen en vergoedingen zijn voor de ziekenfondsen ten laste van de Algemene Kas middelen besteedbaar naar het werkelijke bedrag van die kosten:

    • a. kosten krachtens artikel 29 van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering in nader door de Ziekenfondsraad vast te stellen gevallen;

    • b. kosten die met toepassing van verdragsregelingen worden gemaakt in nader door de Ziekenfondsraad vast te stellen gevallen;

    • c. kosten van de verplichtingen aan het goodwillfonds.

  • 2 Bij de toepassing van het eerste lid worden door de Ziekenfondsraad vast te stellen opbrengsten, waaronder begrepen nominale premies en bedragen waarmee nominale premies worden verhoogd, die samenhangen met de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, op de in dat lid bedoelde kosten in mindering gebracht. Op die kosten worden verder in mindering gebracht de opbrengsten op grond van artikel 22 van het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering.

  • 3 Indien de opbrengsten, bedoeld in het tweede lid, hoger zijn dan de kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt het verschil in mindering gebracht op de in totaal voor het jaar 1998 besteedbare middelen.

  • 4 Kosten die naar het oordeel van de Ziekenfondsraad niet verantwoord zijn blijven buiten beschouwing. De opbrengsten worden bepaald op het bedrag van de werkelijke opbrengsten. Indien dat bedrag lager is dan het bedrag dat bij een naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde uitvoering van de wettelijke regelingen als opbrengsten zou hebben gegolden, worden de opbrengsten op het hogere bedrag bepaald.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Aanwijzing macro-verstrekkingen-budget ziekenfondsverzekering 1998.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers