Regeling registratie arbeidstijden mijnbouw

Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2003.
Geldend van 30-12-2000 t/m 26-05-2007

Regeling registratie arbeidstijden mijnbouw

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 3.1:2, eerste en vierde lid, van het Arbeidstijdenbesluit,

Besluit:

Artikel 1

Als model van de registratie, bedoeld in artikel 3.1:2, eerste lid, van het Arbeidstijdenbesluit wordt voor een werknemer die in een niet-bestendig en -regelmatig arbeidspatroon werkzaam is, het model vastgesteld dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het toelichting wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling registratie arbeidstijden mijnbouw.

's-Gravenhage, 19 december 2000

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W.A. Vermeend

Bijlage 1

Bijlage 24607.png

Toelichting bij het registratieformulier

Standaardgegevens ter identificatie van werknemer/zelfstandige/werkgever

Werknemer/Zelfstandige/Adres/Woonplaats/Geboortedatum/Nationaliteit/Functie:

Hier wordt ingevuld naam werknemer of zelfstandige waar dit formulier betrekking op heeft.

Werkgever/Vestigingsplaats/Adres/Tel. nr.:

Hier wordt aangegeven voor welke werkgever men werkzaam is.

Arbeidstijdpatroon:

Hier wordt het arbeidstijdpatroon van de werknemer ingevuld, bijvoorbeeld:

Overlegregeling arbeidstijdenwet (ATW), niet-bestendig en -regelmatig Arbeidstijdenbesluit (ATB) enz.

Maand en jaar:

Hier wordt de desbetreffende maand en het jaar ingevuld.

Gegevens met betrekking tot de arbeidstijd

(kolom 1) Datum:

Hier wordt de datum ingevuld (1, 2, 3, enz.).

(kolom 2) Dag van de week:

Hier wordt de dag ingevuld (ma. di. wo. enz).

(kolom 3) Locatie/Installatie/Andere arbeidsplaatsen:

Hier wordt ingevuld de naam van de locatie c.q. installatie of andere arbeidsplaats waar de arbeid is verricht.

Indien het arbeidstijdpatroon (niet -regelmatig en -bestendig) inhoudt dat zowel onshore als offshore wordt gewerkt, dan wordt hier aangegeven op welke installaties, locaties of andere arbeidsplaatsen (bv. shop) wordt gewerkt.

(kolom 4) Consignatiedienst ja/nee:

Hier wordt aangegeven of de werknemer geconsigneerd is geweest.

Indien de werknemer geconsigneerd is geweest geeft u in kolom 8 de gewerkte uren aan en in kolom 16 een duidelijke argumentatie hiervoor.

Consignatie is de tijd tussen twee opeenvolgende diensten of tijdens een pauze waarin de werknemer uitsluitend verplicht is bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden zo snel mogelijk de nodige werkzaamheden te verrichten.

Voorbeeld: op mijnbouwinstallaties kunnen specialisten in verband met onvoorziene omstandigheden hun dagelijkse rust onderbreken om werkzaamheden te verrichten, bijvoorbeeld `de medic'.

(kolom 5) Aanvang werktijd:

Hier wordt het tijdstip aangegeven waarop de werknemer begint te werken.

Woon-werkverkeer wordt niet als arbeidstijd gezien, helikoptervluchten van de wal naar het platform vallen onder woon-werkverkeer. De arbeidstijd begint bij de aanvang van de eerste dienst.

Werk-werkverkeer is wel werktijd (belangrijk voor werknemers die op één dag op meerdere installaties/locaties werken).

(kolom 6) Einde werktijd:

Hier wordt het einde van de arbeidstijd ingevuld.

Aanvang en einde werktijden worden aangegeven volgens het systeem van 24 uur (bijvoorbeeld 06.00 of 18.00 uur). Het registreren van aanvang- en eindtijden zijn voor onshore ook van belang om te bepalen of iemand in een nachtdienst heeft gewerkt. Voor de nachtdienst gelden afwijkende bepalingen (art. 5:8 Atw).

(kolom 7) Uren voor trainingen aan wal:

Hier worden de uren ingevuld die besteed worden door offshore/onshore- werknemers werkzaam in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon (ATB) aan verplichte veiligheidstrainingen op de wal bij trainingsinstituten.

Het gaat hier alleen om herhalingstrainingen zoals deze nu in het Nogepa trainingshandboek zijn vermeld. Basis-trainingen moeten zijn gevolgd vóór de aanvang van de werkzaamheden.

Voor werknemers werkzaam in een niet bestendig en -regelmatig arbeidstijdpatroon ATB geldt dat deze trainingen tijdens de normale arbeidstijd moeten worden gevolgd. Offshore/onshore werknemers werkzaam in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon (ATB) mogen deze trainingen bijwonen in de dagen dat men rust heeft,, tot een maximum van 3 dagen per kwartaal. De werkgever compenseert deze dagen c.q. uren binnen 52 weken. (Deze uren hoeven niet meegerekend te worden in kolom 14, totaal gewerkte uren, maar u moet wel in de gaten houden dat op jaarbasis de trainingsdagen c.q. uren gecompenseerd worden.)

(kolom 8) Gewerkte uren bij consignatie:

Hier worden de uren ingevuld per oproep. De arbeidstijd vangt aan op het moment van oproep en bedraagt minimaal een 1/2 uur. Indien binnen een 1/2 uur na beëindiging van de arbeidstijd die voortvloeit uit een oproep, opnieuw een oproep wordt gedaan is de tussenliggende tijd arbeidstijd.

Bij consignatie is het mogelijk om de maximale arbeidstijd van 11 uur te verlengen tot 13 uur per dag, waarbij het totaal aantal uren arbeid per week niet meer mag bedragen dan 85 uur. Dit betekent dat, indien er een 12-uur- dienstrooster is, waarvan er 11 uur werkelijk gewerkt wordt, er nog 2 uur per dag met een maximum van 85 uur per week, besteed kan worden aan consignatie.

(kolom 9) Inkorten rusttijd:

Indien er gebruik wordt gemaakt van inkorten rusttijd moet er hier door middel van een X of de J van ja worden ingevuld. Bij de kolom opmerkingen (kolom 16) wordt de aanvangstijd en eindtijd ingevuld, zodat zichtbaar is of men 8 uur aangesloten rust heeft genoten.

De aaneengesloten rusttijd mag i.p.v. 12 uur naar 8 uur worden ingekort. Dit houdt niet in dat men 16 uur arbeid mag verrichten. In die diensttijd mag men 11 uur arbeid verrichten en moet men ten minste 5 uur pauze genieten. Met andere woorden `de te werken uren (11 uur) kunnen worden verspreid over een diensttijd van 16 uur.

(kolom 10) Overwerk:

Hier wordt ingevuld hoeveel uren is overgewerkt.

Indien men werkzaam is in een arbeidstijdpatroon zoals bepaald in het Arbeidstijdenbesluit kan niet worden overgewerkt. Bij werkzaamheden verricht volgens een arbeidstijdpatroon zoals bepaald in de Arbeidstijdenwet kan wel worden overgewerkt (Art. 5:9 ATW). Overwerk is een afwijking van de normale arbeidstijd zoals die op basis van wettelijke normen, hetzij in de standaardregeling hetzij een overlegregeling is vastgelegd. Het kan daarbij alleen gaan om afwijkingen die zich incidenteel en dus niet structureel voordoen.

Het aantal uren per week mag niet hoger zijn dan 60 uur en in een periode van 13 weken mag het weekgemiddelde niet hoger zijn dan 48 uur.

(kolom 11) Uren voor oefeningen

(geldt alleen voor werkzaamheden verricht volgens de arbeidstijdpatronen van het Arbeidstijdenbesluit):

Hier worden de uren ingevuld die aan oefeningen zijn besteed buiten de normale dienst.

Offshore alsmede onshore wordt eenmaal in de twee weken ten behoeve van de voorbereiding op noodsituaties een uur besteed aan oefeningen, waarvoor de arbeidstijd met 1 uur mag worden verlengd c.q. de rusttijd met 1 uur worden ingekort. Voor sommige werknemers, namelijk degene die op dat moment hun dienst nog niet hadden beëindigd, vallen deze oefeningen dus in de normale dienst en worden hier niet opgenomen.

(kolom 12) Gewerkte uren in het buitenland:

Hier worden de uren ingevuld tijdens welke de werknemer gedurende het tijdvak waarop dit formulier betrekking heeft in het buitenland werkzaamheden heeft verricht, omdat deze uren ook meetellen voor de vaststelling van de werkelijk gewerkte uren volgens de ATW/ATB.

De werknemer verstrekt aan de in Nederland gevestigde werkgever uit eigen beweging tijdig de voor de naleving van de arbeidstijden nodige inlichtingen.

(kolom 13) Overigen:

Uren die tellen als arbeidstijd zoals: ondernemingsraadwerk, ziekte, vakantie, verlof uren of vervulling van een door de wet of overheid opgelegde verplichting die de werknemer heeft genoten of heeft verricht worden hier ingevuld. In kolom 16 wordt aangegeven waarvoor men deze uren heeft gebruikt.

Indien een werknemer, bijvoorbeeld: werkzaam in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon, ziek wordt tijdens zijn 14 dagen offshore, tellen de uren die hij gewerkt zou hebben als hij niet ziek geworden was toch als arbeidstijd. Als de werknemer beter wordt, mag hij niet tijdens zijn eigenlijke rustperiode weer aan het werk gaan. De roosterverandering zou niet alleen zijn regelmatig arbeidspatroon verstoren, maar bovendien de arbeidstijd boven de toegestane 520 uur per periode van 13 weken brengen Omdat het bovenstaande problemen opriep, is dit voorgelegd bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierop is het volgende geantwoord:

- Indien een werknemer werkzaam in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon op vakantie of ziek is tijdens zijn (geplande) offshore periode dan is het toegestaan dat hij tijdens zijn eigenlijke (geplande rusttijd (14 dagen) weer aan het werk mag. De uren dat hij op vakantie of ziek is geweest moeten wel geregistreerd worden (max. 11 uur per dag). Indien van bovenstaande gebruik wordt gemaakt zal blijken dat men boven de 520 uur per kwartaal uitkomt. In dergelijke gevallen zal SODM niet handhavend optreden wanneer op jaarbasis het gemiddelde van 40 uur arbeid (vakantie en ziekte uren meegerekend) niet wordt overschreden.

Voor een werknemer in een regelmatig en bestendig arbeidstijdpatroon is duidelijk te bepalen hoeveel uren hij gewerkt zou hebben als hij niet ziek zou zijn geworden of niet met vakantie zou zijn gegaan. Bij werknemers in een niet-bestendig en -regelmatig arbeidstijdpatroon kunnen zich situaties voordoen, waarin vooraf niet duidelijk is hoeveel uur arbeid een werknemer zou hebben verricht. Voor dergelijke situaties kan gerekend worden met een arbeidstijd per dag van 8 uur.

Tot slot nog een opmerking over OR-werk dat verricht wordt door een werknemer buiten zijn reguliere diensttijd. Hoewel tijd besteed aan ondernemingsraadwerk telt als arbeidstijd, telt OR-werk niet als arbeid. Zo mag bijvoorbeeld een werknemer die lid is van een ondernemingsraad, zijn OR-werk doen bovenop zijn twaalfuursdienst, zolang de gemiddelde 40-urige werkweek, berekend over een periode van 13 weken, niet wordt overschreden. Evenzo mogen OR-werkzaamheden ook zonder uitdrukkelijke wettelijke goedkeuring uitgevoerd worden in de `week af', met inachtneming van de 40-urige werkweek.

(kolom 14) Totaal gewerkte uren:

Hier worden het totaal aantal uren opgegeven waarin arbeid is verricht. Dus het totaal van de kolommen 8, 9, 10, 11, 12 en 13.

(kolom 15) Onafgebroken rusttijd:

Hier wordt het aantal uren ingevuld tussen twee opeenvolgende diensten.

(kolom 16) Opmerkingen:

Hier worden eventuele opmerkingen ingevuld, zoals bijv. reden consignatie, welke veiligheidstraining is gevolgd (kolom 7), compensatie, vakantie, ziekte, aard van de overmacht, enz.