Bijlage 1. Inwilliging; Beschikking met voorwaarden
[Regeling vervallen per 11-10-2008]
Belastingdienst/<eenheid>
Beschikking
Datum:
De Inspecteur van de Belastingdienst/ <aanduiding eenheid + plaats>, krachtens het
besluit van de Directeur-Generaal Belastingdienst van 19 december 2000, nr. CPP2000/3042M,
toegestaan te beschikken op het verzoek van <naam indiener verzoek>, van <datum>,
kenmerk <nummer>, om vrijstelling van de heffing van vennootschapsbelasting ter zake
van de in het verzoek omschreven overdracht van (het zelfstandige onderdeel van) de
onderneming van <naam overdrager (fiscaal nummer)> te <vestigingsplaats> (hierna te
noemen: overdrager) aan <naam overnemer (fiscaal nummer)> te <vestigingsplaats> (hierna
te noemen: overnemer) tegen uitreiking van aandelen;
gelet op artikel 14, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;
BESLUIT:
-
– het verzoek in te willigen onder het stellen van de voorwaarden zoals opgenomen in
het besluit van de Directeur-Generaal Belastingdienst van 19 december 2000, nr. CPP2000/3041M
(als bijlage bij deze beschikking gevoegd);
-
– het overgangstijdstip te stellen op <datum>, mits – ingeval van overdracht aan een
daartoe op te richten lichaam – de oprichting en overdracht binnen 15 maanden na het
overgangstijdstip plaatsvinden.
Hoogachtend,
Belastingdienst/<aanduiding eenheid + plaats>
De Inspecteur,
.............
Dit is een voor bezwaar vatbare beschikking. Als u het niet eens bent met deze beschikking
kunt u binnen zes weken na dagtekening van deze beschikking een bezwaarschrift indienen
bij de Belastingdienst. Het postadres staat op deze beschikking.
Een bezwaarschrift is tijdig ingediend indien het binnen de bezwaartermijn is ontvangen.
Bij verzending per post is een bezwaarschrift tijdig ingediend als het vóór het einde
van de termijn ter post is bezorgd en niet later dan één week na afloop van de termijn
is ontvangen.
Bijlage: voorwaarden bedrijfsfusie
Bijlage. Voorwaarden voor de toepassing van artikel 14, tweede lid, van de Wet op
de vennootschapsbelasting 1969 (bedrijfsfusie)
Besluit van 19 december 2000 nr. CPP2000/3041M.
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
de Wet Vpb: de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;
de onderneming: de overgedragen onderneming of het overgedragen zelfstandig onderdeel
van een onderneming;
het overgangstijdstip: het tijdstip van wanneer af de overgedragen onderneming geacht
wordt rechtstreeks voor rekening en risico van de overnemer te zijn uitgeoefend;
de overdracht: de feitelijke inbreng van activa in en overneming van passiva door
de overnemer.
Onderlinge vorderingen en schulden
1. Vorderingen van de overnemer op de overdrager dan wel vorderingen van de overdrager
op de overnemer, die als gevolg van de bedrijfsfusie door schuldvermenging te niet
gaan, worden onmiddellijk voorafgaand aan het overgangstijdstip gewaardeerd op de
bedrijfswaarde, doch niet hoger dan de nominale waarde. Schulden welke staan tegenover
de in de vorige volzin bedoelde vorderingen, worden onmiddellijk voorafgaand aan het
overgangstijdstip gewaardeerd op het bedrag waarvoor die vorderingen zijn gewaardeerd.
Verrekening van verliezen, buitenlandse resultaten en bronbelasting
2. Voor de toepassing van artikel 20 van de Wet Vpb op vóór het overgangstijdstip
geleden verliezen door de overnemer vindt verrekening plaats onder de navolgende voorwaarden:
Winstsplitsing
2a. De winst van de overnemer wordt telkenjare gesplitst in een deel dat betrekking
heeft op de vóór het overgangstijdstip door de overnemer gedreven onderneming en een
deel dat betrekking heeft op de door de overdrager overgedragen onderneming (hierna:
winstsplitsing).
Deze winstsplitsing vindt plaats alsof de bedrijfsfusie niet heeft plaatsgevonden,
waarbij slechts winst aan de onderneming van de overdrager of de overnemer kan worden
toegerekend voor zover deze als zodanig bij de overnemer tot uitdrukking komt.
Horizontale verrekening van verliezen
2b. Indien de winst van de overnemer positief is, wordt het aldus uit bovenstaande
winstsplitsing eventueel voortvloeiende negatieve deel, voor zoveel mogelijk, in mindering
gebracht op het positieve deel.
Aanspraak op verliezen
2c. Voor zover de nog te verrekenen verliezen van de overnemer reeds vóór het overgangstijdstip
bij de overdrager tot uitdrukking zijn gekomen, worden deze verliezen niet verrekend
met de winst van de overnemer.
Verticale verrekening van verliezen
2d. De vóór het overgangstijdstip geleden verliezen van de overnemer worden slechts
verrekend met het overeenkomstig de onderdelen a en b bepaalde deel van de winst van
de overnemer dat betrekking heeft op de vóór het overgangstijdstip door de overnemer
gedreven onderneming, behalve voor zover de verrekening van deze verliezen uit anderen
hoofde is beperkt.
Stallingsregeling en bronbelasting
2e. De overbrenging van buitenlandse winsten en verliezen van de overdrager respectievelijk
de overnemer uit het jaar voorafgaande aan het overgangstijdstip ingevolge voorschriften
ter voorkoming van dubbele belasting vindt uitsluitend plaats voor zover van de positieve
binnenlandse winst respectievelijke de positieve buitenlandse winst van de overnemer
een overeenkomstig de onderdelen a en b bepaald deel betrekking heeft op de onderneming
van de desbetreffende rechtspersoon.
Op grond van de vorige volzin niet overgebrachte bedragen worden overgebracht naar
volgende jaren. Bij deze overbrenging vindt de vorige volzin dienovereenkomstig toepassing.
De overbrenging van bronbelasting van de overdrager respectievelijk de overnemer uit
het jaar voorafgaande aan het splitsingstijdstip ingevolge voorschriften ter voorkoming
van dubbele belasting wordt bij de overnemer in aanmerking genomen tot ten hoogste
het bedrag dat tot de belasting welke door de overnemer zou zijn verschuldigd zonder
deze overbrenging in dezelfde verhouding staat als het bedrag van de dividenden, interest
en royalty’s verminderd met de daarop rechtstreeks drukkende kosten, die deel uitmaken
van de overeenkomstig de onderdelen a. en b. berekende winst van de onderneming van
de rechtspersoon van wie de bronbelasting afkomstig is, staat tot de winst verminderd
met de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet Vpb te verrekenen verliezen, voorzover
deze bestaan uit negatieve winst van de overnemer.
Op grond van de vorige volzin niet overgebrachte bedragen worden overgebracht naar
het volgende jaar. Bij deze overbrenging vindt de vorige volzin dienovereenkomstige
toepassing.
Aandelenbezit verdwijnt
3. Indien onmiddellijk voorafgaand aan het overgangstijdstip de overdrager aandelen
bezit in de overnemer en deze rechtspersoon de aandelen verkrijgt, worden deze aandelen
op dat tijdstip gewaardeerd tegen de waarde in het economische verkeer en wordt het
voordeel waarop de deelnemingsvrijstelling geen toepassing vindt tot de winst van
de overdrager gerekend.
Aandelenbezit is artikel 13c-deelneming, dan wel artikel 13ca-deelneming
4. Indien onmiddellijk voorafgaand aan het overgangstijdstip de overdrager een deelneming
als bedoeld in artikel 13c, eerste lid, van de Wet Vpb, dan wel in artikel 13ca, eerste
lid, van de Wet Vpb, heeft in een overnemer en deze rechtspersoon de aandelen verkrijgt,
wordt op dat tijdstip geacht zich een omstandigheid voor te doen als aangeduid in
artikel 13c, tweede lid, eerste volzin van de Wet Vpb, dan wel moet op dat tijdstip
het in artikel 13ca, vierde lid, eerste volzin, van de Wet Vpb genoemde verschil tot
de winst worden gerekend.
Latent liquidatieverlies
5. Indien tot de onderneming van de overnemer respectievelijk de naar de overnemer
overgedragen onderneming een deelneming behoort waarvan op het tijdstip waarop het
fusievoorstel definitief is de onderneming geheel of nagenoeg geheel is gestaakt,
dan wel daartoe besloten is, of indien op een dergelijke onderneming het bepaalde
in artikel 13e van de Wet Vpb van toepassing is, komt, onverminderd het bepaalde in
13d en 13e van de Wet Vpb, een liquidatieverlies uit hoofde van die deelneming bij
de bepaling van de winst van de overnemer slechts in aanmerking tot het bedrag van
de (overige) winst dat met inachtneming van de in de tweede voorwaarde omschreven
winstsplitsing aan de desbetreffende onderneming is toe te rekenen.
Het resterende bedrag wordt als liquidatieverlies in mindering gebracht op en tot
ten hoogste de positief belastbare bedragen van de overnemer van de drie voorafgaande
jaren en de volgende jaren, in de volgorde waarin deze zijn ontstaan, voor zover er
winst met inachtneming van de winstsplitsing is toe te rekenen aan de desbetreffende
onderneming. Hierbij geldt tevens dat voorzover het winst betreft afkomstig van de
onderneming van de overdrager, niet verder wordt teruggegaan dan tot het overgangstijdstip.
Voorzover een liquidatieverlies in een voorafgaand jaar op het belastbaar bedrag in
mindering wordt gebracht, zal de aanslag over dat jaar worden herzien. Over het bedrag
van de herziening wordt geen heffingsrente vergoed.
Deelnemingsvrijstelling na bedrijfsfusie
6. Indien de overdrager aandelen bezit die geen deelneming vormen, welke geheel dan
wel gedeeltelijk worden overgedragen, wordt de waarde waarvoor deze aandelen ten tijde
van de bedrijfsfusie te boek zijn gesteld, voor een evenredig gedeelte toegerekend
aan de aandelen die de overnemer direct na de bedrijfsfusie heeft.
Indien de overdrager aandelen bezit die een deelneming vormen, welke geheel dan wel
gedeeltelijk worden overgedragen, treedt de overnemer voor het geheel, en voor de
toepassing van artikel 13ca van de Wet Vpb naar evenredigheid verdeeld over de overdrager
en de overnemer, in de plaats van de overdrager, met uitzondering van het bepaalde
in artikel 13, tweede en derde lid, en artikel 13g van de Wet Vpb, mits de aandelen
tot het vermogen van haar in Nederland gedreven onderneming gaan behoren.
De overdrager is stichting of vereniging
7. Ten laste van de winst van hetzij de overnemer of haar rechtsopvolger(s) onder
algemene of bijzondere titel ter zake van (een deel van) de overgedragen onderneming,
hetzij van een vennootschap die tot deze in een verhouding staat als omschreven in
artikel 8, vijfde lid, onderdelen b en c van de Wet Vpb, komen, zolang de overdrager
of haar rechtsopvolger(s) onder algemene of bijzondere titel in het bezit is/zijn
van aandelen in de overnemer of haar rechtsopvolger(s), geen betalingen die direct
of indirect betrekking hebben op vermogensbestanddelen welke toebehoren aan de overdrager
en/of haar rechtsopvolger(s), indien en voor zover de daartegenover staande ontvangsten
bij de overdrager dan wel haar rechtsopvolger(s) niet aan de heffing van vennootschapsbelasting
zijn onderworpen.
Overgedragen vermogensbestanddelen zijn na de overdracht niet meer aan de heffing
van vennootschapsbelasting onderworpen
8. Voor zover tot de overgedragen onderneming vermogensbestanddelen behoren die na
de overdracht niet meer aan de Nederlandse heffing van vennootschapsbelasting zijn
onderworpen, is de vrijstelling niet van toepassing op de overdrachtswinst die betrekking
heeft op die vermogensbestanddelen.