2. Perceel dat besmet moet worden geacht met het aardappelcysteaaltje
Indien een grondoppervlak is onderzocht overeenkomstig bijlage II bij richtlijn 2007/33/EG,
en het aardappelcysteaaltje is daarbij aangetroffen, wordt de locatie en de grootte
van een perceel als volgt vastgesteld:
Het perceel is het onderzochte grondoppervlak waarin de besmetting is gevonden, in
de bewerkingsrichting aangevuld over een lengte van honderdelf meter en haaks op de
bewerkingsrichting aangevuld over een breedte van zestien meter, of zoveel minder
voor zover wordt gestuit op een bestendige fysieke begrenzing van het grondoppervlak
of bestendige gebruikersgrens.
Indien de afstand tussen twee op deze wijze bepaalde besmette grondoppervlakken minder
dan zevenentwintig meter bedraagt, wordt ook het tussenliggende grondoppervlak gerekend
tot het perceel, tenzij de twee grondoppervlakken worden gescheiden door een bestendige
fysieke begrenzing van het grondoppervlak of bestendige gebruikersgrens.
Indien op grond van het bovenstaande de locatie en de grootte van een besmet perceel
is bepaald en een onderzocht grondoppervlak resteert dat zeer beperkt in omvang is,
kan dit oppervlak vanwege uitvoeringstechnische redenen tot het besmette perceel worden
gerekend.