Antwoord
[Regeling vervallen per 23-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 14-12-2010]
Ja. Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel dat heeft geleid tot
de Wet van 11 december 2002, Stb. 618, houdende wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting
1969 c.a. (herziening regime fiscale eenheid) heb ik aangegeven dat het de bedoeling
is het beleid met betrekking tot de verrekening van aanloopverliezen onder het nieuwe
regime voort te zetten.
Ik keur derhalve goed dat binnen een fiscale eenheid die tot stand is gekomen op de
voet van artikel 15 van de Wet Vpb (zoals deze luidde voor 1 januari 2003) de verrekening
van vóór inwerkingtreding van de wet van 23 december 1994 in artikel 20, derde lid
van de Wet Vpb bedoelde verliezen (aanloopverliezen), die zijn geleden over boekjaren
vóór 1995 (1995/1996) als volgt plaats vindt.
Aanloopverliezen van een maatschappij worden eerst verrekend overeenkomstig het bepaalde
in artikel 15ae, eerste lid, van de Wet Vpb, juncto artikel 15ah van de Wet Vpb. Vervolgens
is het nog niet tot verrekening gekomen deel daarvan in afwijking van het bepaalde
in artikel 15ae van de Wet Vpb, verrekenbaar met de som van de winsten van de maatschappijen
die tenminste gedurende 8 jaar onafgebroken deel hebben uitgemaakt van de fiscale
eenheid waartoe de maatschappij met de aanspraak op aanloopverliezen ook behoort.
Indien meer dan één maatschappij aanspraak heeft op verrekening van een in hetzelfde
jaar geleden aanloopverlies, vindt hierbij de verrekening plaats naar verhouding van
het door iedere maatschappij in dat jaar geleden aanloopverlies.
Het bovenstaande geldt slechts voor een aanloopverlies van een dochtermaatschappij,
zo lang de dochtermaatschappij deel uitmaakt van de fiscale eenheid.
Verzoeken om goedkeuring voor het verrekenen van aanloopverliezen dienen te worden
voorgelegd aan de competente inspecteur.
Toelichting
Sinds de invoering van de wet van 23 december 1994 tot wijziging van de Wet op de
inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (onbeperkte voorwaartse
verrekening van ondernemingsverliezen en vaststelling van verliezen bij beschikking)
(Stb. 1994, 937) is het onderscheid tussen gewone verliezen en aanloopverliezen vervallen.
Vanaf die datum zijn beide verliezen als ondernemingsverliezen onbeperkt voorwaarts
verrekenbaar. Binnen fiscale eenheid is het verschil in behandeling tussen gewone
verliezen en aanloopverliezen gehandhaafd. Ten aanzien van aanloopverliezen hoeft
na 8 jaar onder voorwaarden geen winstsplitsing meer plaats te vinden, terwijl dit
wel moet voor gewone verliezen, mits de fiscale eenheid op 1 januari 2003 bestond.