Antwoord
[Regeling vervallen per 15-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 05-12-2006]
Ja. Ik keur voor zoveel nodig goed dat ten aanzien van een bedrijfsmiddel bestaand
uit een pand met ondergrond in volle eigendom, ten dele, namelijk voor wat betreft
de opstal, sprake kan zijn van eenzelfde economische functie als van een pand waarvan
men eigenaar is krachtens een recht van opstal.
Anders dan een erfpachtrecht dat geen eigendomsrecht is en doorgaans daarmee ook geen
verwantschap vertoont (zie hiervoor vraag 1), is een recht van opstal een recht om
op of boven een onroerende zaak van een ander gebouwen (werken of beplantingen) in
eigendom te hebben of te verkrijgen. Een pand waarvan men eigenaar is krachtens een
recht van opstal is een bedrijfsmiddel. Bij vervanging van dat bedrijfsmiddel door
een pand dat men tezamen met de ondergrond in eigendom verwerft, kan gesteld worden
dat een deel van het nieuwe bedrijfsmiddel, te weten de opstal strekt tot vervanging
van het vervreemde pand. Gelet op de beoogde ruime toepassing van de herinvesteringsreserve
in deze situatie, acht ik die stelling aanvaardbaar.
Indien de verworven opstal ook in andere opzichten economisch eenzelfde functie vervult
als de vervreemde opstal, kan dus met inachtneming van de boekwaarde-eis en het overigens
bepaalde in voormeld artikel 3.54 de boekwinst op de vervreemde opstal worden gereserveerd
ter afboeking op de aan de opstal toe te rekenen aanschaffings- of voortbrengingskosten
van het vervangende bedrijfsmiddel.
Ik merk hierbij op dat in gevallen waarin sprake is van een capaciteitsuitbreiding
van de opstal, zal moeten worden bepaald welk deel van de aan die opstal toe te rekenen
aanschaffings- of voortbrengingskosten is aan te merken als kosten van vervanging
van de opstal.
Evenals onder het vroegere regime van de vervangingsreserve kan bij onvolledige vervanging
(capaciteitsinkrimping) van de opstal een soepel standpunt worden ingenomen, met dien
verstande dat de aan de vervreemde opstal toe te rekenen boekwinst – na reservering
– op de nieuwe opstal kan worden afgeboekt indien en voor zover de daaraan toe te
rekenen kostprijs niet lager is dan de aan de vervreemde opstal toe te rekenen vervreemdingsopbrengst.