3.1.1. Minister van Justitie: Algemene handelingen (RIO § 5)
3.1.1.1. Minister van Justitie: Beleidsontwikkeling (RIO § 5.1)
(1.)
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
ten aanzien het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht.
Periode: (1912) 1945–
Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties, enz.
Opmerking: Onder deze handeling valt ook:
– Het voeren van overleg met de andere betrokken actoren op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadvergaderingen
voor beraad en besluitvorming betreffende het beleidsterrein;
– Het voeren van overleg met/het leveren van bijdragen aan het overleg met het Staatshoofd
betreffende het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van de Memorie van toelichting op de Rijksbegroting betreffende
het beleidsterrein;
– Het toetsen van de uitvoering van het beleid (evaluatie);
– Het aan externe adviescommissies verzoeken om advies betreffende het beleidsterrein;
– Het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid (als beleidsinstrument).
Waardering: B 1 & 2
3.1.1.2. Minister van Justitie: Verantwoording van het beleid (RIO § 5.2)
(2.)
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over ontwikkelingen op het beleidsterrein
auteursrecht.
Periode: (1912) 1945–
Product: Jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen
Waardering: B 3
(3.)
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal inzake het beleid
ten aanzien van auteursrecht en naburige rechten.
Periode: (1912) 1945–
Grondslag Grondwet
Product: Brieven, notities
Waardering: B 2 & 3
(4.)
Handeling: Het informeren van de Commissies voor Verzoekschriften en andere tot het
onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en
de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen
van het beleid ten aanzien van het auteursrecht en de naburige rechten.
Periode: (1912) 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: B 3
(5.)
Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht.
Periode: (1912) 1945–
Product: Beschikkingen
Waardering: V; 5 jaar
(6.)
Handeling: Het voeren van verweer in bezwaarschriftprocedures voor administratief
rechterlijke organen betreffende het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht.
Periode: (1912) 1945–
Product: Verweerschriften
Waardering: V; 5 jaar
3.1.1.3. Minister van Justitie: Het benoemen van rechtspersonen (RIO § 5.3)
(7.)
Handeling: Het aanwijzen van rechtspersonen voor het behartigen van de belangen van
de makers van werken of hun rechthebbenden.
Periode: 1985–1994
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 30 mei 1985
(Stb. 307, 1985), artikel 29a, eerste lid, ingetrokken bij Wet van 16 april 1994 (Stb.
269, 1994).
Product: Aanwijzing als rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid (Stcrt. 231,
1988)
Aanwijzing als rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid (Stcrt. 39, 1989)
Aanwijzingsbesluit ex. art. 29a Auteurswet 1912 met betrekking tot de Stichting STEMRA
(Stcrt. 103, 1990)
Aanwijzing vereniging met volledige rechtsbevoegdheid als bedoeld in artikel 29a (Stcrt.
127, 1990)
Opmerking: Dit betreft:
– de Vereniging Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond,
– de Stichting Beeldrecht,
– de Vereniging van Muziekhandelaren en -uitgevers in Nederland,
– de Stichting STEMRA,
– de vereniging BUMA.
Waardering: B 4
(8.)
Handeling: Het aanwijzen van groepen die muziekwerken in het openbaar uitvoeren of
doen uitvoeren.
Periode: 1969–
Grondslag: Besluit van 12 oktober 1932, tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld bij artikel 30a, vijfde lid, der Auteurswet 1912 (Stb. 496, 1932),
zoals gewijzigd bij Besluit van 23 december 1968 (Stb. 724, 1968), artikel 12, eerste
lid.
Product: Aanwijzing uitvoerenden van muziekwerken in het openbaar (Stcrt. 82, 1976)
Opmerking: Dit betreft:
– de Vereniging Contactorgaan van Nederlandse Orkesten,
– de Nederlandse Omroep Stichting,
– de Nederlandse Bioscoopbond,
– het Bedrijfschap HORECA,
– de Stichting Centraal Beraad Amateuristische Muziekbeoefening CBAM,
– de Bond van Kermisbedrijfhouders BOVAK,
– de Nederlandse Kermis Bond,
– de Stichting Samenwerkende Landelijke Centrale Organen voor Wijk-, buurt- en clubhuiswerk
SALCO,
– de Nationale Ziekenhuisraad,
– de Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
– de Staat der Nederlanden,
– de Raad van Nederlandse Werkgeversbonden,
– de Raad voor het Grootwinkelbedrijf,
– de Nederlandse Bond voor Sociaal-Cultureel Vormingswerk,
– het Overlegorgaan van de Centrale Ondernemers-organisaties in het Midden- en Kleinbedrijf.
Waardering: B 5
3.1.1.4. Minister van Justitie: Totstandkoming van wet- en regelgeving (RIO § 5.4)
(9.)
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van de
Auteurswet 1912.
Periode: (1912) 1945–
Product: Wetten, algemene maatregelen van bestuur, Koninklijke Besluiten
Waardering: B 1
(10.)
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van de
Wet op de Naburige Rechten.
Periode: 1993–
Product: Wetten, algemene maatregelen van bestuur, Koninklijke Besluiten
Waardering: B 1
(11.)
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van de
Databankenwet.
Periode: 1999–
Product: Wetten, algemene maatregelen van bestuur, Koninklijke Besluiten
Waardering: B 1
(12.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van wat verstaan wordt onder ‘naar regels van het maatschappelijke verkeer
redelijkerwijs geoorloofd’ in artikel 15a, eerste lid, 2o, van de Auteurswet 1912.
Periode: 1985–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 30 mei 1985
(Stb. 307, 1985), artikel 15a, vijfde lid.
Product: Algemene maatregel van bestuur
Waardering: B 1
(13.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van wat verstaan wordt onder ‘enkele korte gedeelten en enkele korte
opstellen of gedichten, in de eerste zin bedoeld’ in artikel 16, eerste lid van de
Auteurswet 1912.
Periode: (1931) 1945–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912, zoals gewijzigd bij Wet van 9 juli 1931
(Stb. 264, 1931), artikel 16, eerste lid.
Product: Algemene maatregel van bestuur
Opmerking: Bij Wet van 27 oktober 1972 (Stb. 579, 1972) gewijzigd in het tweede lid
van artikel 16: ‘wat in lid 1, sub a, onder 1o is te verstaan onder “enkele korte
gedeelten van zijn werken of enkele korte opstellen of gedichten”.’
Bij Wet van 30 mei 1985 (Stb. 307, 1985) gewijzigd in het vijfde lid van artikel 16:
‘alsmede nader te bepalen wat in het derde lid is te verstaan onder “enkele korte
werken of korte gedeelten van zijn werken”.’
Waardering: B 1
(14.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van de regels met betrekking tot de uitoefening van het auteursrecht
bij radio- en televisie-uitzendingen.
Periode: (1931) 1945–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 9 juli 1931
(Stb. 264, 1931) en bij Wet van 27 oktober 1972 (Stb. 579, 1972), artikel 17a
Product: Algemene maatregel van bestuur
Opmerking: In 1931 was er alleen sprake van radio. In 1972 wordt televisie toegevoegd.
Waardering: B 1
(15.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van wanneer opnamen van uitzonderlijke documentaire waarde in officiële
archieven bewaard mogen worden.
Periode: 1973–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 27 oktober
1972 (Stb. 579, 1972), artikel 17b, derde lid
Product: Algemene maatregel van bestuur
Waardering: B 1
(16.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van wanneer er mag worden afgeweken van de verveelvoudigingsbeperkingen
voor boeken, brochures e.d. voor eigen gebruik.
Periode: 1973–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 27 oktober
1972 (Stb. 579, 1972), artikel 16b, zesde lid.
Product: Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 inzake het kopiëren van auteursrechtelijk
beschermde werken (Stb. 351, 1974)
Waardering: B 1
(17.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van de regels met betrekking tot het kopiëren door ondernemingen, organisaties
en instellingen.
Periode: 1973–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 27 oktober
1972 (Stb. 579, 1972), artikel 17, derde lid.
Product: Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 inzake het kopiëren van auteursrechtelijk
beschermde werken (Stb. 351, 1974)
Opmerking: Het betreft hier regels met betrekking tot het maximum aantal exemplaren,
maximale omvang der kopieën, bedrag der vergoeding, wijze van betaling en het aantal
exemplaren waarover geen vergoeding betaald hoeft te worden.
Waardering: B 1
(18.)
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de administratieve inrichting
van aangewezen beroeps- en bedrijfsgenoten.
Periode: 1989–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 3 juli 1989
(Stb. 282, 1989), artikel 30b, eerste lid.
Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), artikel 20, eerste lid.
Product: Regels
Waardering: B 5
3.1.1.5. Minister van Justitie: Informatieverstrekking (RIO § 5.5)
(20.)
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
over het beleid ten aanzien van auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht.
Periode: (1912) 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: V; 1 jaar
(21.)
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het beleidsterrein auteursrecht.
Periode: (1912) 1945–
Product: Voorlichtingsmateriaal
Opmerking: Het beleidsterrein auteursrecht bestaat uit: het auteursrecht, de naburige
rechten en het databankenrecht.
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende
stukken worden vernietigd.
3.1.1.6. Minister van Justitie: Onderzoek (RIO § 5.6)
(22.)
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van (wetenschappelijk)
onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten over het auteursrecht, de naburige
rechten en het databankenrecht.
Periode: (1912) 1945–
Product: Offerte, brieven en rapport
Opmerking: Dit gebeurt voor het Ministerie van Justitie doorgaans door het ‘Wetenschappelijk
Onderzoek- en Documentatiecentrum’ (WODC). Als er onderzoek verricht wordt op het
beleidsterrein auteursrecht wordt het meestal uitbesteed. Tot nu toe zijn er vooral
randverschijnselen onderzocht, zoals muziek in het ziekenhuis, reprorecht en piraterij.
Het is echter ook goed mogelijk dat een Directie zelf het onderzoek verricht.
Waardering: B 1& 2
(23.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden en begeleiden van (wetenschappelijk) onderzoek
naar het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht.
Periode: (1912) 1945–
Product: Notities, notulen en brieven
Opmerking: Het onderzoek wordt begeleid door het WODC. Zie ook de opmerking bij handeling
22.
Waardering: Voorbereiden: B 1 & 2
Begeleiden: V; 2 jaar
3.1.1.7. Minister van Justitie: Subsidie (RIO § 5.7)
(24.)
Handeling: Het beslissen op een subsidieaanvraag van een particuliere instelling die
actief is op het beleidsterrein auteursrecht.
Periode: (1912) 1945–
Product: Ministeriële beschikking
Opmerking: Het beleidsterrein auteursrecht beslaat zowel het auteursrecht als de naburige
rechten en het databankenrecht.
Opdrachten tot gesubsidieerd extern wetenschappelijk onderzoek worden ook verleend
door het WODC.
Waardering: B 5
3.1.1.8. Minister van Justitie: Internationaal beleid (RIO § 5.8)
(25.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten ter
wijziging van de Berner Conventie (BC).
Periode: (1912) 1945–
Product: Nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(26.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten ter
wijziging van de Universele Auteursconventie (UAC).
Periode: 1967–
Product: Nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(27.)
Handeling: Het inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten ter wijziging van
de Conventie van Rome (CvR).
Periode: 1993–
Product: Nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(28.)
Handeling: Het inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten ter wijziging van
de Conventie van Genève (CvG).
Periode: 1993–
Product: Nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(29.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in
de bijeenkomsten van het WIPO ter vaststelling van besluiten, aanbevelingen, rapportages
en jaarverslagen.
Periode: 1967–
Product: Nota’s, notities, rapporten en jaarverslagen
Waardering: B 1
(30.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in
de Standing Committee on Copyright and Related Rights ressorterende onder het WIPO.
Periode: 1998–
Product: Nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(31.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in
de werkgroepen en (sub-) comités ressorterende onder het WIPO.
Periode: 1967–
Product: Nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(32.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen in de ad hoc werkgroepen
van de Commissies van de Europese Unie ter voorbereiding van richtlijnen, verordeningen
en andere communautaire beleidsdocumenten op het gebied van het auteursrecht, de naburige
rechten en het databankenrecht.
Periode: 1957–
Product: Nota’s, notities, rapporten
Opmerking: Dit heeft betrekking op de Nederlandse bijdrage aan de EU op het gebied
van het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht.
Waardering: B 1
(33.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in
begeleidingswerkgroepen voor de implementatie van Europese richtlijnen, het oprichten
van communautaire instellingen en de uitvoering van communautaire actieprogramma’s.
Periode: 1957–
Product: Nota’s, notities en rapporten
Opmerking: Dit heeft betrekking op de Nederlandse bijdrage aan de EU op het gebied
van het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht.
Waardering: B 1
(34.)
Handeling: Het mede voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale
regelingen inzake het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht en
het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties,
anders dan de BC, de UAC, de CvG, de CvR, de EU of de WIPO.
Periode: (1912) 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
3.1.2. Minister van Justitie: Commissies en werkgroepen (RIO § 6)
3.1.2.1. Minister van Justitie: Commissie van Advies (RIO § 6.1)
(36.)
Handeling: Het instellen van de Commissie van Advies.
Periode: (1915) 1945–1973
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 29 oktober
1915 (Stb. 446, 1915), artikel 50d.
Product: Besluit van 25 november 1915 (Stcrt. 277, 1915)
Waardering: B 4
(37.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van de samenstelling, taak en werkwijze – over niet bij Auteurswet geregeld
– v an de Commissie van Advies.
Periode: 1915–1973
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 446,1915), artikel 50f, ingetrokken bij Wet van 27
oktober 1972 (Stb. 579, 1972).
Product: Koninklijk Besluit van 30 oktober 1915 tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in artikel 50f van de Auteurswet 1912, gewijzigd bij Wet van
29 oktober 1915, Stb. 446 (Stb. 452, 1915)
Waardering: B 1 & 4
(38.)
Handeling: Het benoemen van de leden van de Commissie van Advies.
Periode: (1915) 1945–1973
Grondslag: Koninklijk Besluit van 30 oktober 1915 tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 50f der Auteurswet 1912 (Stb. 452, 1915),
artikel 3, eerste lid.
Product: Besluit van 25 november 1915 (Stcrt. 277, 1915)
Waardering: V; 10
(39.)
Handeling: Het vaststellen van de toelage van de secretaris van de Commissie van Advies.
Periode: (1915) 1945–1973
Grondslag: Koninklijk Besluit van 30 oktober 1915 tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur zoals bedoeld in artikel 50f der Auteurswet 1912
(Stb. 452, 1915), artikel 6, eerste lid.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: V; 10
(45.)
Handeling: Het openbaar maken van het jaarverslag van de Commissie van Advies in de
Staatscourant.
Periode: (1915) 1945–1972
Grondslag: Koninklijk Besluit van 30 oktober 1915 tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 50f der Auteurswet 1912 (Stb. 452, 1915),
artikel 31.
Product: Artikel in de Staatscourant
Waardering: V; 1 jaar.
NB. De Staatscourant wordt bewaard.
Zie voor het originele verslag: handeling 44.
3.1.2.2. Minister van Justitie: Adviescommissie voor het auteursrecht (RIO § 6.2)
(46.)
Handeling: Het instellen van de Adviescommissie voor het auteursrecht.
Periode: 1953–1983
Grondslag: Zie product
Product: Instellingsbeschikking Adviescommissie voor het auteursrecht (Stcrt. 54,
1953)
Opheffing Adviescommissie voor het auteursrecht (Stcrt. 53, 1983)
Waardering: B 4
3.1.2.3. Minister van Justitie: Commissie Incasso, beheer en repartitie auteursrechtgelden
(RIO § 6.3)
(48.)
Handeling: Het instellen van de Adviescommissie Incasso, beheer en repartitie auteursrechtgelden.
Periode: 1978–1982
Grondslag: Zie product.
Product: Instellingsbeschikking Commissie incasso, beheer en repartitie auteursrechtgelden
(Stcrt. 185, 1978)
Opmerking: De commissie wordt ook wel de Commissie-Martens genoemd.
Waardering: B 4
(49.)
Handeling: Het benoemen van de leden van de Commissie-Martens
Periode: 1978–1982
Grondslag: Zie product.
Product: Instellingsbeschikking Commissie incasso, beheer en repartitie auteursrechtgelden
(Stcrt. 185, 1978)
Waardering: V; 10
3.1.2.4. Minister van Justitie: Interdepartementale werkgroep Piraterij (RIO § 6.4)
(51.)
Handeling: Het instellen van de Interdepartementale werkgroep Piraterij.
Periode: 1983–1985
Grondslag: Zie product.
Product: Instelling interdepartementale werkgroep piraterij (Stcrt. 175, 1983)
Waardering: B 4
3.1.2.5. Minister van Justitie: Werkgroep Auteursrechtelijke bescherming van computerprogramma’s
(RIO § 6.5)
(54.)
Handeling: Het instellen van de Werkgroep Auteursrechtelijke bescherming van computerprogrammatuur.
Periode: 1989–1990
Grondslag: Zie product.
Product: Instelling werkgroep auteursrechtelijke bescherming computerprogrammatuur
(Stcrt. 110, 1989)
Waardering: B 4
(55.)
Handeling: Het benoemen van de leden van de Werkgroep Auteursrechtelijke bescherming
van computerprogrammatuur.
Periode: 1989–1990
Grondslag: Zie product.
Product: Instelling werkgroep auteursrechtelijke bescherming computerprogrammatuur
(Stcrt. 110, 1989)
Waardering: V; 10
3.1.2.6. Minister van Justitie: Commissie Auteursrecht (RIO § 6.6)
(35.)
Handeling: Het instellen van de Commissie Auteursrecht.
Periode: 1997–
Grondslag: Kaderwet Adviescolleges (Stb. 378, 1996), artikel 5.
Product: Koninklijk Besluit van 20 maart 2000 tot instelling van een commissie auteursrecht
als adviescollege van het Ministerie van Justitie ter advisering over het auteursrecht
en de naburige rechten (Stb. 309, 2000)
Opmerking: Bij Wet van 5 juli 1997 (Stb. 323, 1997) hebben alle adviescolleges een
wettelijke kader gekregen. Dit geldt ook voor de Commissie Auteursrecht die per ministeriële
regeling in 1995 (Stcrt. 60, 1995) is ingesteld.
Waardering: B 4
(59.)
Handeling: Het goedkeuren van het verlenen van studieopdrachten aan derden door de
Commissie Auteursrecht.
Periode: 1995–1999
Grondslag: Regeling van 20 maart 1995 (Stcrt. 60, 1995), artikel 5, tweede lid.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: B 1 & 2
3.1.3. Minister van Justitie: BUMA (RIO § 7.1)
3.1.3.1. Minister van Justitie: Instelling (RIO § 7.1.1)
(61.)
Handeling: Het verlenen van ministeriële toestemming aan een bedrijf voor bemiddeling
inzake muziekauteursrechten.
Periode: (1932) 1945–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 11 februari
1932 (Stb. 45, 1932), artikel 30a, eerste lid.
Product: Beschikking van de Minister van Justitie van 24 maart 1993 betreffende het
muziekauteursrecht (Stcrt. 60, 1933)
Opmerking: Dit betreft de vereniging Het Bureau voor Muziekauteursrecht (BUMA).
Waardering: B 5
3.1.3.2. Minister van Justitie: Toezicht (RIO § 7.1.2)
(62.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van de voorschriften met betrekking tot het uitoefenen van het toezicht
op BUMA.
Periode: (1932) 1945–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 309, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 11 februari
1932 (Stb. 45, 1932), artikel 30a, vijfde lid.
Product: Koninklijk Besluit van 12 oktober 1932 tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld bij artikel 30a, vijfde lid, van de Auteurswet 1912 (Stb. 496,
1932)
Waardering: B 5
(63.)
Handeling: Het verhalen van de kosten voor het houden van toezicht op BUMA.
Periode: (1932) 1945–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 12 oktober 1932, tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 30a, vijfde lid, van de Auteurswet 1912
(Stb. 496, 1932), artikel 20
Product: Rekening
Waardering: V; 7 jaar
(64.)
Handeling: Het aanwijzen van een (of meer plaatsvervangende) Regerings-commissaris(sen)
voor het houden van toezicht op BUMA.
Periode: (1932) 1945–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 12 oktober 1932, tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld bij artikel 30a, vijfde lid, der Auteurswet 1912 (Stb.
496, 1932), artikel 10, eerste en tweede leden.
Product: Het betreft onder andere:
– Benoeming tot regeringscommissaris Vereniging BUMA (Stcrt. 96, 1995)
– Benoeming tot regeringscommissaris ‘Vereniging BUMA’ (Stcrt. 31, 1999)
Waardering: V; 10
3.1.3.3. Minister van Justitie: Commissie van Overleg bij de regeringscommissaris
voor BUMA (RIO § 7.1.2.1)
(66.)
Handeling: Het benoemen van de leden van de Commissie van Overleg.
Periode: (1932) 1945–1969
Grondslag: Koninklijk Besluit van 12 oktober 1932, tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld bij artikel 30a, vijfde lid, der Auteurswet 1912 (Stb.
496, 1932), artikel 12.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: V; 10
(68.)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement van orde voor de Commissie van Overleg
en haar afdelingen.
Periode: (1932) 1945–1969
Grondslag: Koninklijk Besluit van 12 oktober 1932, tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld bij artikel 30a, vijfde lid, der Auteurswet 1912 (Stb.
496, 1932), artikel 15, ingetrokken bij Besluit van 23 december 1968 (Stb. 724, 1968).
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: B 4
(69.)
Handeling: Het vaststellen van de regels met betrekking tot de vergoeding van reis-
en verblijfkosten voor de Commissie van Overleg.
Periode: (1932) 1945–1969
Grondslag: Koninklijk Besluit van 12 oktober 1932, tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld bij artikel 30a, vijfde lid, der Auteurswet 1912 (Stb.
496, 1932), artikel 18, eerste lid.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
3.1.3.4. Minister van Justitie: Vergoedingen (RIO § 7.1.4)
(72.)
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de reis- en verblijfkostenvergoeding
voor de Regeringscommissaris voor BUMA.
Periode: (1932) 1945–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 12 oktober 1932, tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld bij artikel 30a, vijfde lid, der Auteurswet 1912 (Stb.
496, 1932), zoals gewijzigd bij Besluit van 23 december 1968 (Stb. 724, 1968), artikel
18.
Product: Regels
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
(73.)
Handeling: Het toekennen van een toelage voor de Regeringscommissaris voor BUMA.
Periode: (1932) 1945–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 12 oktober 1932, tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld bij artikel 30a, vijfde lid, der Auteurswet 1912 (Stb.
496, 1932), zoals gewijzigd bij Besluit van 23 december 1968 (Stb. 724, 1968), artikel
18.
Product: Toelage
Waardering: V; 10
3.1.4. Minister van Justitie: SENA
3.1.4.1. Minister van Justitie: Instelling (RIO § 7.2.1)
(75.)
Handeling: Het aanwijzen van een representatieve rechtspersoon belast met het innen
en verdelen van de openbaarmakingvergoeding.
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), artikel 15, eerste lid.
Product: Aanwijzing rechtspersoon belast met het innen en verdelen vergoeding (Stcrt.
121, 1993)
Opmerking: Dit betreft de Stichting tot exploitatie van de naburige rechten (SENA).
Onder de openbaarmakingvergoeding wordt verstaan: een (billijke) vergoeding die betaald
wordt door de gebruiker aan de producent van het fonogram en de uitvoerende kunstenaar
of hun rechtverkrijgenden, zodat de gebruiker het fonogram of een reproductie daarvan
met commerciële doeleinden openbaar kan maken zonder de toestemming van de rechthebbenden
op het oorspronkelijke werk.
Waardering: B 4
3.1.4.2. Minister van Justitie: Toezicht (RIO § 7.2.2)
(78.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van de regels met betrekking tot het toezicht op SENA.
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op de Naburige Rechten (Stb. 173, 1993), artikel 15, tweede lid.
Product: Koninklijk Besluit van 28 april 1993 tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Wet op de Naburige Rechten (Stb.
243, 1993)
Waardering: B 5
(79.)
Handeling: Het verhalen van de kosten voor het houden van het toezicht op SENA.
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op de Naburige Rechten (Stb. 173, 1993), artikel 15, tweede lid.
Product: Rekening
Waardering: V; 7 jaar
(80.)
Handeling: Het benoemen van de leden van het College van Toezicht voor SENA.
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op de Naburige Rechten (Stb. 173, 1993), artikel 15, tweede lid.
Koninklijk Besluit van 28 april 1993 tot vaststelling van de algemene maatregel van
bestuur bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Wet op de Naburige Rechten (Stb.
243, 1993), artikels 2 en 4, onder b.
Product: Benoeming leden College van Toezicht Wet op de Naburige Rechten (Stcrt. 12,
1993)
Ontslag lid College van toezicht SENA en College van toezicht Leenrecht (Stcrt. 53,
1998)
Herbenoeming leden College van Toezicht (Stcrt. 108, 1998)
Benoeming tot voorzitter en lid Colleges van Toezicht Auteurswet 1912/Wet op de Naburige
Rechten (Stcrt. 31, 1999)
Waardering: V; 10
3.1.4.3. Minister van Justitie: Reglementen (RIO § 7.2.3)
(82.)
Handeling: Het goedkeuren van de reglementen van SENA.
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), artikel 15, derde lid.
Product: Goedkeuring repartitiereglementen SENA (Stcrt. 214, 1995)
Waardering: B 4
(83.)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement van het College van Toezicht voor SENA.
Periode: 1993–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 28 april 1993 tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Wet op de Naburige Rechten (Stb.
243, 1993), artikel 12
Product: Goedkeuringsbesluit
Waardering: B 4
3.1.4.4. Minister van Justitie: Vergoedingen (RIO § 7.2.5)
(88.)
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de reis- en onkostenvergoeding
voor de leden van het College van Toezicht voor SENA.
Periode: 1993–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 28 april 1993 tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Wet op de Naburige Rechten (Stb.
243, 1993), zoals gewijzigd bij Besluit van 15 augustus 1994 (Stb. 633, 1994), artikel
14, eerste lid.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
(89.)
Handeling: Het toekennen van een toelage aan de leden van het College van Toezicht
voor SENA.
Periode: 1993–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 28 april 1993 tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Wet op de Naburige Rechten (Stb.
243, 1993), zoals gewijzigd bij Besluit van 15 augustus 1994 (Stb. 633, 1994), artikel
14, tweede lid.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: V; 10
3.1.5. Minister van Justitie: Stichting Leenrecht (RIO § 7.3)
3.1.5.1. Minister van Justitie: Instelling (RIO § 7.3.1)
(90.)
Handeling: Het aanwijzen van een representatieve rechtspersoon belast met het innen
en verdelen van de leenvergoeding.
Periode: 1995–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15f, eerste lid.
Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), zoals gewijzigd bij Wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15a, eerste lid.
Product: Aanwijzing rechtspersoon belast met inning en verdeling vergoeding (Stcrt.
222, 1996).
Opmerking: Dit betreft de Stichting Leenrecht.
Onder de leenvergoeding wordt verstaan: een (billijke) vergoeding die betaald wordt
door de uitlener van het werk aan de rechthebbenden van dat werk. Instellingen van
onderwijs en onderzoek, de hieraan verbonden bibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek
zijn voor het betalen van deze vergoeding vrijgesteld.
Waardering: B 4
3.1.5.2. Minister van Justitie: Toezicht (RIO § 7.3.2)
(93.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van de regels met betrekking tot het toezicht op de Stichting Leenrecht.
Periode: 1995–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15f, tweede lid.
Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), zoals gewijzigd bij wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15a, tweede lid.
Product: Besluit College van Toezicht voor het leenrecht (Stb. 407, 1997)
Waardering: B 5
(94.)
Handeling: Het verhalen van de kosten voor het houden van toezicht op de Stichting
Leenrecht.
Periode: 1995–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15f, tweede lid.
Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), zoals gewijzigd bij wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15a, tweede lid.
Product: Rekening
Waardering: V; 7 jaar
(95.)
Handeling: Het benoemen van de leden van het College van Toezicht voor de Stichting
Leenrecht.
Periode: 1995–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15f, tweede lid.
Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), zoals gewijzigd bij Wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15a, tweede lid.
Besluit College van Toezicht voor het leenrecht (Stb. 407, 1997), artikel 3, tweede
lid en artikel 5, eerste lid, onder b en tweede lid.
Product: Het betreft onder andere:
– Ontslag lid College van toezicht SENA en College van toezicht Leenrecht (Stcrt.
53, 1998)
– Benoeming tot voorzitter en lid Colleges van Toezicht Auteurswet 1912/Wet op de
Naburige Rechten (Stcrt. 31, 1999)
Waardering: V; 10
3.1.5.3. Minister van Justitie: Reglementen (RIO § 7.3.3)
(97.)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement van de Stichting Leenrecht.
Periode: 1995–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15f, derde lid.
Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), zoals gewijzigd bij Wet van 21 december
1995 (Stb. 653, 1995), artikel 15a, derde lid
Product: Goedkeuring reglement Stichting Leenrecht (Stcrt. 176, 1998)
Waardering: B 4
(100.)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement van het College van Toezicht voor de Stichting
Leenrecht.
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit College van Toezicht voor het leenrecht (Stb. 407, 1997), artikel
8
Product: Goedkeuringsbesluit
Waardering: B 4
(102.)
Handeling: Het goedkeuren van een besluit tot het wijzigen van de statuten of het
ontbinden van de Stichting Leenrecht.
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit College van Toezicht voor het leenrecht (Stb. 407, 1997), artikel
13, tweede lid.
Product: Goedkeuringsbesluit
Waardering: B 4
3.1.5.4. Minister van Justitie: Vergoedingen (RIO § 7.3.5)
(105.)
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de reis- en verblijfkostenvergoeding
voor de leden van het College van Toezicht voor de Stichting Leenrecht.
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit College van Toezicht voor het leenrecht (Stb. 407, 1997), artikel
9, eerste lid.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
(106.)
Handeling: Het toekennen van een toelage aan de leden van het College van Toezicht
voor de Stichting Leenrecht.
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit College van Toezicht voor het leenrecht (Stb. 407, 1997), artikel
9, tweede lid.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: V; 10
3.1.6. Minister van Justitie: Stichting De Thuiskopie (RIO § 7.4)
3.1.6.1. Minister van Justitie: Instelling (RIO § 7.4.1)
(107.)
Handeling: Het aanwijzen van een representatieve rechtspersoon belast met het innen
en verdelen van de thuiskopievergoeding.
Periode: 1991–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 30 mei 1990
(Stb. 305, 1990), artikel 16d, eerste lid.
Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), artikel 10, onder a.
Product: Het betreft onder andere:
– Aanwijzing rechtspersoon belast met inning en verdeling vergoeding (Stcrt. 42, 1991)
– Aanwijzing rechtspersoon inning en verdeling vergoedingen Auteurswet (Stcrt. 175,
1993)
Opmerking: Dit betreft de Stichting De Thuiskopie.
Onder de thuiskopievergoeding wordt verstaan: een (billijke) vergoeding die betaald
wordt als de verveelvoudiging voor eigen oefening, studie of gebruik geschiedt door
vastlegging van een werk of een gedeelte daarvan op een voorwerp dat bestemd is om
daarop vastgelegde beelden of geluiden ten gehore te brengen of te vertonen. De verplichting
tot betaling van de vergoeding rust op de fabrikant of de importeur van de voorwerpen.
Waardering: B 4
3.1.6.2. Minister van Justitie: Toezicht (RIO § 7.4.2)
(110.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van de voorschriften betreffende de uitvoering van het toezicht op de
Stichting De Thuiskopie.
Periode: 1991–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 30 mei 1990
(Stb. 305, 1990), artikel 16d, tweede lid.
Product: Besluit van 20 december 1990 tot vaststelling van de algemene maatregel van
bestuur, bedoeld in artikel 16d, tweede lid, van de Auteurswet 1912 (Stcrt. 1990,
646)
Waardering: B 5
(111.)
Handeling: Het verhalen van de kosten van het toezicht op de Stichting De Thuiskopie.
Periode: 1991–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 30 mei 1990
(Stb. 305, 1990), artikel 16d, tweede lid.
Product: Rekening
Waardering: V; 7 jaar
(112.)
Handeling: Het aanwijzen van een regeringscommissaris voor het houden van toezicht
op de Stichting De Thuiskopie.
Periode: 1991–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 20 december 1990 tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur bedoeld in artikel 16d, tweede lid, van de Auteurswet 1912 (Stb.
646, 1990), artikel 3.
Product: Benoeming mr. N. van Lingen tot regeringscommissaris bij de Stichting De
Thuiskopie (Stcrt. 102, 1991)
Benoeming regeringscommissaris Stichting De Thuiskopie (Stcrt. 96, 1995)
Benoeming tot regeringscommissaris ‘Stichting De Thuiskopie’ (Stcrt. 31, 1999)
Waardering: V; 10
3.1.6.3. Minister van Justitie: Reglementen (RIO § 7.4.3)
(114.)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement van de Stichting De Thuiskopie.
Periode: 1991–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 30 mei 1990
(Stb. 305, 1990), artikel 16d, eerste lid.
Product: Goedkeuring repartitiereglement (Stcrt. 208, 1992)
Goedkeuring gewijzigde repartitiereglement (Stcrt. 15, 1995)
Waardering: B 4
3.1.6.4. Minister van Justitie: Vergoedingen (RIO § 7.4.5)
(118.)
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de reis- en verblijfkostenvergoeding
voor de regeringscommissaris voor de Stichting De Thuiskopie.
Periode: 1991–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 20 december 1990 tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur bedoeld in artikel 16d, tweede lid, van de Auteurswet 1912 (Stb.
646, 1990) artikel 9, eerste lid.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
(119.)
Handeling: Het toekennen van een toelage aan de regeringscommissaris voor de Stichting
De Thuiskopie.
Periode: 1991–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 20 december 1990 tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur bedoeld in artikel 16d, tweede lid, van de Auteurswet 1912 (Stb.
646, 1990), artikel 9, tweede lid.
Product: Ministeriële beschikking
Waardering: V; 10
3.1.7. Minister van Justitie: Stichting Reprorecht (RIO § 7.5)
3.1.7.1. Minister van Justitie: Instelling (RIO § 7.5.1)
(120.)
Handeling: Het aanwijzen van een incasso-organisatie belast met het innen en verdelen
van de kopieervergoeding.
Periode: 1985–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 20 juni 1974, inzake het kopiëren van auteursrechtelijk
beschermde werken (Stb. 351, 1974), zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985
(Stb. 471, 1985), artikel 7, vierde lid.
Product: Besluit van de Minister van Justitie van 19 februari 1986, ter uitvoering
van artikel 7, leden 4 en 6, van het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351,
inzake het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde werken (Stb. 79, 1986), artikel
14
Opmerking: Dit betreft de Stichting Reprorecht.
Onder de kopieervergoeding wordt verstaan: een (billijke) vergoeding die betaald wordt
aan de rechthebbenden op het auteursrecht voor het verveelvoudigen van hun werken
door (wetenschappelijke) onderwijsinstellingen.
Waardering: B 4
3.1.7.2. Minister van Justitie: Toezicht (RIO § 7.5.2)
(123.)
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot het uitoefenen van het toezicht
op de Stichting Reprorecht.
Periode: 1985–
Grondslag: Besluit van 20 juni 1974, inzake het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde
werken, zoals gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 (Stb.
471, 1985), artikel 7, zesde lid.
Product: Besluit van de Minister van Justitie van 19 februari 1986, ter uitvoering
van artikel 7, leden 4 en 6, van het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351,
inzake het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde werken, zoals gewijzigd bij Koninklijk
Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 (Stb. 79, 1986)
Waardering: B 5
(124.)
Handeling: Het benoemen van de leden van het College van Toezicht voor de Stichting
Reprorecht.
Periode: 1986–
Grondslag: Besluit van de Minister van Justitie van 19 februari 1986 ter uitvoering
van artikel 7, leden 4 en 6 van het Koninklijk besluit van 20 juni 1974, Stb. 351,
inzake het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde werken (Stb. 79, 1986), artikel
2, tweede lid en artikel 4, tweede lid.
Product: Het betreft o.a.:
– Besluit van de Minister van Justitie van 19 februari 1986, ter uitvoering van artikel
2 van het besluit van 19 februari 1986, Stb. 79 (Stb. 80, 1986)
– Besluit van de Minister van Justitie van 9 oktober 1989, houdende benoeming tot
leden van het College van Toezicht van de Stichting Reprorecht, als bedoeld in artikel
2 van het besluit van 19 februari 1986, Stb. 79, inzake het kopiëren van auteursrechtelijk
beschermde werken (Stb. 469, 1989)
– Besluit van de Minister van Justitie van 8 september 1989, houdende benoeming lid,
tevens voorzitter van het College van Toezicht als bedoeld in artikel 2 van het besluit
van 19 februari 1989, Stb. 79, inzake het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde
werken (Stb. 428, 1989)
– Besluit van de Minister van Justitie van 9 oktober 1998 tot uitvoering van het besluit
van 19 februari 1986, Stb. 79 (Stb. 625, 1998)
Waardering: V; 10
3.1.7.3. Minister van Justitie: Reglementen (RIO § 7.5.3)
(126.)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement voor de verdeling van geïnde vergoedingen
van de Stichting Reprorecht.
Periode: 1985–
Grondslag: Koninklijk Besluit van 20 juni 1974, inzake het kopiëren van auteursrechtelijk
beschermde werken (Stb. 351, 1974), zoals gewijzigd bij Wet van 22 december 1997 (Stb.
764, 1997), artikel 7, vijfde lid.
Product: Besluit van de Minister van Justitie van 19 februari 1986, ter uitvoering
van artikel 7, vijfde lid, van het Koninklijk besluit van 20 juni 1974, Stb. 351,
inzake het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde werken, zoals gewijzigd bij Koninklijk
besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 (Stb. 81, 1986)
Waardering: B 5
(127.)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement van het College van Toezicht voor de Stichting
Reprorecht.
Periode: 1986–
Grondslag: Besluit van de Minister van Justitie van 19 februari 1986 ter uitvoering
van artikel 7, leden 4 en 6 van het Koninklijk besluit van 20 juni 1974, Stb. 351,
inzake het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde werken (Stb. 79, 1986), artikel
8.
Product: Goedkeuringsbesluit
Waardering: B 4
3.1.8. Minister van Justitie: Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (RIO
§ 8.1)
(132.)
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur ter vaststelling
of wijziging van de regels met betrekking tot de hoogte van de thuiskopievergoeding.
Periode: 1973–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 27 oktober
1972 (Stb. 579, 1972), artikel 16, tweede lid.
Product: Algemene maatregel van bestuur
Waardering: B 5
(133.)
Handeling: Het aanwijzen van een stichting voor het regelen van de hoogte van de thuiskopievergoeding.
Periode: 1991–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 30 mei 1990
(Stb. 305, 1990), artikel 16e, eerste lid.
Wet op de Naburige Rechten (Stb. 178, 1993), artikel 10, onder a.
Product: Het betreft onder andere:
– Aanwijzing stichting belast met vaststelling vergoeding (Stcrt. 58, 1991)
– Aanwijzing instelling voor vaststelling vergoedingen Auteurswet (Stcrt. 175, 1993)
Opmerking: Dit betreft de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding.
Waardering: B 4
(134.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter van de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding.
Periode: 1991–
Grondslag: Auteurswet 1912 (Stb. 308, 1912), zoals gewijzigd bij Wet van 30 mei 1990
(Stb. 305, 1990), artikel 16e, eerste lid.
Product: Benoeming voorzitter bestuur ‘Stichting Onderhandelingen Thuiskopie-vergoeding’
(Stcrt. 58, 1991)
Wijziging samenstelling Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (Stcrt. 218,
1994)
Waardering: V; 10