7.5.3. Goedkeuring voor omzettingen; beoordeling op basis van de totale premie
[Regeling vervallen per 20-05-2009 met terugwerkende kracht tot en met 28-04-2009]
Omdat ik het gewenst acht die complexiteit weg te nemen – zonder dat dat leidt tot
aanzienlijke materiële fiscale verschillen ten opzichte van de huidige situatie –
kom ik tot de volgende goedkeuring.
Ik keur goed dat voor de beoordeling of bij omzetting van een euroverzekering in een
unit-linkedverzekering en omgekeerd recht blijft bestaan op de eerbiedigende werking
van de in paragraaf 2 genoemde wettelijke regelingen, desgewenst de in totaal overeengekomen
en betaalde premies op jaarbasis – dus de premiedelen voor de uitkering bij leven
en ten gevolge van overlijden tezamen – als maatstaf worden genomen. De eerbiedigende
werking blijft dus behouden als die totaalpremie in het kader van de omzetting niet
wordt verhoogd.
Voorwaarden voor toepassing van de goedkeuring
Voor het als maatstaf hanteren van de totaalpremie gelden de volgende cumulatieve
voorwaarden:
-
a. Er vindt bij de omzetting geen verlenging van de premiebetalende periode plaats;
-
b. Er vindt bij de omzetting geen verlenging van de looptijd van de verzekering plaats;
-
c. Er vindt geen wijziging plaats van het verzekerd lijf en
-
d. Het nieuwe verzekerd risico bij overlijden betreft qua hoogte een normale en gebruikelijke
verzekerde uitkering bij overlijden.
Een normale en gebruikelijke verzekerde uitkering bij overlijden
Van een normale en gebruikelijke verzekerde uitkering bij overlijden is bijvoorbeeld
sprake bij een omzetting in een gemengde universal life verzekering (een verzekering
die uitkeert bij in leven zijn op een bepaalde datum of bij eerder overlijden) waarbij
in geval van overlijden 90% of 110% van de waarde van de units (beleggingen) wordt
uitgekeerd.
Indien een unit-linkedverzekering wordt omgezet in een gemengde euroverzekering, is
bij voorbeeld sprake van een normale en gebruikelijke verzekerde uitkering bij overlijden
indien bij overlijden hetzelfde bedrag als bij in leven zijn of de restitutie van
de betaalde of de in totaal te betalen premies wordt verzekerd.
Opgemerkt wordt dat deze goedkeuring ook omvat de situaties van omzetting waarbij
de nieuwe kapitaalverzekering moet voldoen aan de criteria van het begrip levensverzekering
van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993. De voor dergelijke situaties gegeven goedkeuring in – laatstelijk – paragraaf 6.5
van het besluit van 5 december 2005, nr. CPP2005/2727M, heeft dus geen betekenis meer.
Deze paragraaf wordt daarom hierbij ingetrokken.
Ik wijs volledigheidshalve ook op mijn goedkeuring voor het behoud van de eerbiedigende
werking bij omzetting in de situatie waarin een wijziging van de verzekerde persoon
plaatsvindt in het kader van de verdeling van de kapitaalverzekering bij echtscheiding
of de beëindiging van een duurzaam gezamenlijk gevoerde huishouding. Het betreft onderdeel 3 van het besluit van 30 januari 2006, nr. CPP2005/2169M.