Stcrt. 2016, 3844, datum inwerkingtreding 28-01-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
1 De bezoldiging van de vice-president van de Raad van State, de president van de Algemene
Rekenkamer en de Nationale ombudsman wordt bepaald op € 10.806,85 per maand.
2 De bezoldiging van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State wordt bepaald op € 10.087,96 per maand.
3 De bezoldiging van de overige leden van de Raad van State, de overige leden in gewone
dienst van de Algemene Rekenkamer en de substituut-ombudsmannen wordt bepaald op € 9.414,69
per maand.
Stcrt. 2016, 3844, datum inwerkingtreding 28-01-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2015.
1 De bezoldiging van de vice-president van de Raad van State, de president van de Algemene
Rekenkamer en de Nationale ombudsman wordt bepaald op € 10.941,94 per maand.
2 De bezoldiging van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State wordt bepaald op € 10.214,06 per maand.
3 De bezoldiging van de overige leden van de Raad van State, de overige leden in gewone
dienst van de Algemene Rekenkamer en de substituut-ombudsmannen wordt bepaald op € 9.532,37
per maand.
Stcrt. 2016, 3844, datum inwerkingtreding 28-01-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.
1 De bezoldiging van de vice-president van de Raad van State, de president van de Algemene
Rekenkamer en de Nationale ombudsman wordt bepaald op € 11.270,20 per maand.
2 De bezoldiging van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State wordt bepaald op € 10.520,48 per maand.
3 De bezoldiging van de overige leden van de Raad van State, de overige leden in gewone
dienst van de Algemene Rekenkamer en de substituut-ombudsmannen wordt bepaald op € 9.818,34
per maand.