Subsidieregeling prepare2start

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011 en zichtdatum 22-02-2011.
Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2008, nr. WJZ/8188925, tot vaststelling van de Subsidieregeling prepare2start (Subsidieregeling prepare2start)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvragen van één of meer octrooien, merk- of modelregistraties: het met behulp van een octrooi-, merk- of modelgemachtigde indienen van één of meer octrooiaanvragen dan wel aanvragen voor merk- of modelregistraties ten behoeve van de bescherming van de industriële eigendom in één of meer landen voor zover dit voortvloeit uit het internationaliseringsplan;

  • de minimis verordeningen: Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 379), Verordening (EG) nr. 875/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserijsector (PbEU L 193) en Verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 337);

  • doelland: land waarop het internationaliseringsplan gericht is;

  • groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

    • a. een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:

      • 1°. meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

      • 2°. volledig aansprakelijk vennoot is van, of

      • 3°. overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

    • b. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;

  • internationaliseringsplan: een plan van aanpak ten behoeve van een onderneming dat is opgesteld in samenwerking met een uitvoerder, dat is gericht op de oriëntatie van het voor eigen rekening en risico bewerken van een buitenlandse markt vanuit Nederland met het oog op de verkoop van goederen of verlening van diensten op die markt, dat een inventarisatie bevat van de sterke en zwakke kanten, kansen en bedreigingen van de onderneming op gebied van internationaal ondernemen en aangeeft welke activiteiten zullen worden uitgevoerd om de doelstellingen in het plan op die buitenlandse markt te realiseren, bestaande uit:

    • 1°. marktverkenning,

    • 2°. partnerselectie,

    • 3°. productpresentatie,

    • 4°. het ontwikkelen en produceren van presentatiemateriaal,

    • 5°. het vergroten van kennis en kunde op het gebied van internationaal ondernemen,

    • 6°. het inwinnen van juridisch advies of

    • 7°. het aanvragen van één of meer octrooien, merk- of modelregistraties;

  • inwinnen van juridisch advies: het inwinnen door de ondernemer van juridisch advies op het gebied van internationaal ondernemen;

  • marktverkenning: een schriftelijk verslag over de mogelijkheden van ondernemen op een markt in het buitenland, opgesteld door een organisatie die deskundig en ervaren is op het gebied van marktonderzoek;

  • minister: de Minister van Economische Zaken;

  • ondernemer: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een vennootschap, die een onderneming in stand houdt, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;

  • ondernemersorganisatie: een stichting of een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die blijkens haar statuten tot doel heeft de belangen te behartigen van ondernemingen of organisaties van ondernemingen, die beschikt over deskundigheid op het gebied van internationaal ondernemen en die zich als ondernemersorganisatie in de zin van deze regeling bij de minister heeft aangemeld;

  • partnerselectie: het ten behoeve van de ondernemer selecteren van en het leggen van contacten door een organisatie die deskundig en ervaren is op het gebied van marktonderzoek;

  • presentatiemateriaal: schriftelijke, digitale of audiovisuele product- of bedrijfsinformatie of vormen van verkoopondersteuning zoals reclame, advertenties, elektronische bedrijfsvoering en de vervaardiging van demonstratiemodellen;

  • productpresentatie: de presentatie van een onderneming of product op buitenlandse of internationale beurzen, congressen, symposia, exposities en dergelijke evenementen;

  • uitvoerder: een ondernemersorganisatie, een kamer van koophandel en fabrieken of Syntens;

  • vergroten van kennis en kunde op gebied van internationaal ondernemen: het door een ondernemer of vaste werknemers van een ondernemer volgen van opleidingen, cursussen, workshops, seminars of trainingen, die relevant zijn voor het internationaal ondernemen en waarvan de kwaliteit gewaarborgd is, dan wel het met instemming van de desbetreffende onderwijsinstelling contracteren door een ondernemer van één of meer studenten, die een opleiding op het gebied van internationaal ondernemen volgen bij een instelling voor middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of universitair onderwijs, voor een studieopdracht die gericht is op één of meer aspecten van de uitvoering van het internationaliseringsplan dan wel de tijdelijke inhuur door een ondernemer van één of meer op het terrein van internationaal ondernemen ervaren adviseurs of begeleiders ten behoeve van de ondersteuning van de uitvoering van het internationaliseringsplan.

§ 2. Subsidie voor een ondernemer

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een ondernemer die voor eigen rekening en risico één of meer activiteiten beschreven in het internationaliseringsplan uitvoert met uitzondering van een ondernemer:

    • a. die zich uitsluitend bezighoudt met het beheer van een groep;

    • b. die voor de activiteiten, genoemd in het internationaliseringsplan, reeds subsidie heeft ontvangen van een bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

    • c. die op het tijdstip van indiening van de aanvraag meer dan 100 werknemers in dienst heeft;

    • d. die in de twaalf maanden voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag meer dan 25 procent van zijn omzet uit exportactiviteiten behaalde, tenzij de ondernemer in die periode een omzet van ten hoogste € 100.000 heeft behaald;

    • e. die gedurende de twaalf maanden voorafgaand aan de aanvraag om subsidie meer dan 3 procent van zijn totale fiscale omzet in het betreffende doelland heeft gerealiseerd, tenzij:

      • 1°. die omzet met niet meer dan drie afnemers is gerealiseerd, of

      • 2°. de ondernemer aannemelijk maakt dat activiteiten ter zake van marktverkenning, partnerselectie of juridisch advies in redelijkheid noodzakelijk zijn voor zijn toegang tot een binnen dat doelland gelegen regio waarin hij nog niet actief is;

    • f. aan wie reeds subsidie is verleend op grond van deze regeling of de Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 2004 voor activiteiten in hetzelfde doelland;

    • g. aan wie op grond van deze regeling of de Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 2004 reeds driemaal subsidie is verleend;

    • h. aan wie op grond van de in onderdeel f genoemde regelingen een subsidie is verleend die nog niet is vastgesteld.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, aanhef, en onderdeel f, verstrekt de minister ten hoogste eenmaal een nieuwe subsidie voor activiteiten in hetzelfde doelland, indien de ondernemer aannemelijk maakt dat activiteiten ter zake van marktverkenning, partnerselectie of juridisch advies in redelijkheid noodzakelijk zijn voor zijn toegang tot een binnen dat doelland gelegen regio, waarin hij nog niet actief is.

  • 3 In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, onder tweede, en het tweede lid, verstrekt de minister uitsluitend subsidie voor de uitvoering van de activiteiten marktverkenning, partnerselectie of juridisch advies.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten maar niet meer dan € 11.500.

  • 2 Het bedrag van de subsidie wordt verlaagd voor zover dit nodig is op basis van de de minimis verordeningen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking de kosten, genoemd in het tweede tot en met achtste lid.

  • 2 Als kosten van een marktverkenning komen in aanmerking: de kosten die aan de subsidieontvanger in rekening worden gebracht door een organisatie die deskundig en ervaren is op het gebied van marktonderzoek.

  • 3 Als kosten van partnerselectie komen in aanmerking: de kosten die aan de subsidieontvanger in rekening worden gebracht door een organisatie die deskundig is op gebied van marktonderzoek, reis- en verblijfkosten van de subsidieontvanger daaronder niet begrepen.

  • 4 Als kosten van productpresentatie komen in aanmerking: de door derden aan de subsidieontvanger in rekening gebrachte kosten van de huur van de benodigde ruimte, de kosten van de huur, transport, opbouw en inrichting van de stand, de huur van audiovisuele middelen en kosten van buitenlandse promotie, waaronder begrepen kosten van een bureau of organisatie in verband met vooronderzoek en andere promotieactiviteiten.

  • 5 Als kosten van presentatiemateriaal komen in aanmerking: de kosten van schriftelijke, digitale of audiovisuele product- of bedrijfsinformatie en de kosten van verkoopondersteunende activiteiten die door derden aan de subsidieontvanger in rekening worden gebracht.

  • 6 Als kosten van het vergroten van kennis en kunde op het gebied van internationaal ondernemen komen in aanmerking:

    • a. de door derden aan de subsidieontvanger in rekening gebrachte kosten van opleidingen, cursussen, workshops, seminars en trainingen die relevant zijn voor het internationaal ondernemen en, indien van toepassing, van het in het kader daarvan behalen van een diploma;

    • b. de aan de subsidieontvanger in rekening gebrachte reis- en verblijfkosten, gemaakt door studenten in het kader van hun studieopdracht, alsmede de contractueel vastgelegde studieopdrachtvergoedingen;

    • c. de door derden aan de subsidieontvanger in rekening gebrachte kosten voor de tijdelijke inhuur, niet zijnde in tijdelijke loondienst, van één of meer op het terrein van internationaal ondernemen ervaren adviseurs of begeleiders voor zover die kosten direct verband houden met de ondersteuning van de uitvoering van het internationaliseringsplan.

  • 7 Als kosten van het inwinnen van juridisch advies komen in aanmerking: de kosten die in rekening worden gebracht door een in internationaal ondernemen gespecialiseerde juridische adviseur.

  • 8 Als kosten van het aanvragen van één of meer octrooien, merk- of modelregistraties komen in aanmerking: de door derden aan de subsidieontvanger in rekening gebrachte kosten verbonden aan de indiening van die aanvragen, waaronder begrepen de diensten van een octrooi-, merk- of modelgemachtigde, indieningstaksen, alsmede de door derden aan de subsidieontvanger in rekening gebrachte kosten voor vertaling.

  • 9 Vóór indiening van de aanvraag door de ondernemer gemaakte kosten komen niet voor subsidie in aanmerking, tenzij de minister daarvoor, voorafgaand aan het maken van die kosten of het daartoe aangaan van verplichtingen, toestemming heeft gegeven.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen, met dien verstande dat, indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

  • 2 Indien de minister op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag ontvangt, stelt hij de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Bij ministeriële regeling wordt jaarlijks een subsidieplafond vastgesteld voor het in dat jaar verstrekken van subsidies op grond van deze regeling.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier dat is opgenomen in bijlage 1.

  • 2 De aanvraag gaat, overeenkomstig in het formulier is vermeld, vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

  • a. de aanvraag niet voldoet aan deze regeling;

  • b. door toekenning het totaal van de ten laste van hetzelfde subsidieplafond verstrekte subsidies, per aanvraag vermeerderd met € 2.700, meer zou komen te bedragen dan het betrokken subsidieplafond;

  • c. het internationaliseringsplan niet gerelateerd is aan de verkoop van goederen of verlening van diensten op een of meerdere buitenlandse markten, dan wel het plan uitsluitend gericht is op een importverkenning voor de verkoop van goederen of verlening van diensten in Nederland of op een verkenning met het oog op volledige verplaatsing van de onderneming naar het buitenland;

  • d. door een of meer bestuursorganen in het kalenderjaar van de aanvraag en twee aan dit kalenderjaar voorafgaande kalenderjaren aan de aanvrager reeds tot een gelijk of hoger bedrag subsidie is verstrekt zonder goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen dan voor de sector waartoe de betrokken aanvrager behoort, is vastgesteld in de de minimis verordeningen dan wel indien subsidieverstrekking niet is toegestaan onder toepassing van de betrokken de minimis verordening;

  • e. de uitvoerder die meewerkte bij de opstelling van het internationaliseringsplan tevens betrokken is bij de uitvoering van de in dat plan genoemde activiteiten;

  • f. onvoldoende vertrouwen bestaat dat de betrokkenen de activiteiten kunnen financieren;

  • g. het onaannemelijk wordt geacht dat de activiteiten binnen 18 maanden na de subsidieverlening kunnen worden voltooid;

  • h. aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zouden worden uitgevoerd;

  • i. onvoldoende vertrouwen bestaat in de technische haalbaarheid van de activiteiten;

  • j. onvoldoende vertrouwen bestaat in de economische haalbaarheid van de activiteiten;

  • k. de activiteiten geen bijdrage aan de doelstellingen van de subsidie leveren;

  • l. onvoldoende vertrouwen bestaat dat de betrokkenen de capaciteiten hebben om de activiteiten naar behoren uit te voeren.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De minister geeft een beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2 Indien een beschikking niet binnen de in het eerste lid aangegeven termijn kan worden gegeven, kan deze termijn eenmaal met dertien weken worden verlengd.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De subsidie-ontvanger doet onverwijld mededeling aan de minister van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surseance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De subsidie-ontvanger voert de activiteiten uit overeenkomstig het internationaliseringsplan en voltooit deze binnen 18 maanden na de subsidieverlening.

  • 2 De minister kan voor het vertragen, essentieel wijzigen of het stopzetten van activiteiten op voorafgaand verzoek van de subsidie-ontvanger ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De subsidie-ontvanger voert een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden:

    • a. de aard, inhoud en voortgang van de verrichte werkzaamheden;

    • b. de specifiek ten behoeve van de activiteiten gemaakte en betaalde kosten.

  • 2 De administratie wordt tot vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling bewaard.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De minister kan bij de beschikking tot subsidieverlening nadere verplichtingen opleggen.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De subsidie-ontvanger dient zijn aanvraag om subsidievaststelling in binnen dertien weken na het tijdstip waarop de activiteiten moeten zijn voltooid.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier dat is opgenomen in bijlage 2.

  • 3 De aanvraag gaat, overeenkomstig in het formulier is vermeld, vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden, waaronder in elk geval een eindverslag omtrent de uitvoering en de resultaten van de activiteiten.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe, dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

  • 2 Indien een beschikking tot subsidievaststelling niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan worden gegeven, kan deze termijn eenmaal met dertien weken worden verlengd.

§ 3. Subsidie voor een uitvoerder

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De minister verstrekt subsidie aan een uitvoerder die een ondernemer ondersteunt bij het opstellen en uitvoeren van een internationaliseringsplan.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De minister verstrekt de uitvoerder geen subsidie indien de corresponderende aanvraag tot subsidieverlening van de ondernemer wordt afgewezen.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De minister verleent de subsidie ambtshalve, gelijktijdig met de verlening van subsidie aan de ondernemer.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De subsidie-ontvanger informeert de minister over de door de ondernemer geboekte voortgang bij de uitvoering van het internationaliseringsplan.

  • 2 De minister kan bij de beschikking tot subsidieverlening nadere verplichtingen opleggen.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De minister verstrekt ambtshalve een voorschot binnen twee weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening.

  • 2 Het voorschot bedraagt € 1.800.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De minister stelt de subsidie ambtshalve vast, gelijktijdig met de vaststelling van de subsidie voor de ondernemer.

  • 2 De minister stelt de subsidie voor de uitvoerder vast op € 1.800 indien de uitvoerder de minister onvoldoende heeft geïnformeerd over de door de ondernemer geboekte voortgang bij de uitvoering van het internationaliseringsplan.

§ 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling prepare2start.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de EVD, Juliana van Stolberglaan 148, ’s-Gravenhage.

Den Haag, 7 december 2008

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

[Red: Ligt ter inzage bij de EVD te Den Haag.]

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

[Red: Ligt ter inzage bij de EVD te Den Haag.]