Circulaire Woon-werkverkeer: regioproblematiek

Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011 en zichtdatum 30-09-2024.
Geldend van 04-03-2009 t/m heden

Circulaire Woon-werkverkeer: regioproblematiek

Inleiding

Met de Samenwerkende Centrales voor Overheidspersoneel is vorig jaar een voorzieningenstelsel voor het woon-werkverkeer van rijksambtenaren overeengekomen, dat sinds 1 juli 2008 in werking is getreden.

Met betrekking tot het in die voorziening opgenomen begrip ‘niet doelmatig openbaar vervoer’ is destijds de afspraak gemaakt dat voor eventuele, vooral door tekortschietend openbaar vervoer veroorzaakte, vervoersproblemen in de regio waar de ambtenaar woonachtig is nog naar een oplossing zal worden gezocht. Afgesproken werd, dat de eventuele gevonden oplossing met terugwerkende kracht tot en met 1 oktober 2008 in werking treedt.

Op 22 januari 2009 bereikte de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel overeenstemming over een wijziging in de voorziening voor het woon-werkverkeer. De wijziging heeft betrekking op de beantwoording van de vraag in welke situatie er aangenomen wordt, dat er geen doelmatig openbaar vervoer aanwezig is voor het woon-werkverkeer. In deze circulaire wordt die wijziging toegelicht.

Beoordelingscriteria doelmatig openbaar vervoer

Het is aan het bevoegd gezag om, zonodig met toepassing van de hardheidsclausule, te beoordelen of de plaats van tewerkstelling doelmatig met het openbaar vervoer te bereiken is. In het sinds 1 juli 2008 in werking getreden voorzieningenstelsel voor het woon-werkverkeer zijn echter vijf omstandigheden onderkend, waarin aangenomen wordt dat in elk geval niet doelmatig per openbaar vervoer kan worden gereisd, namelijk:

  • als de afstand tussen de plaats van tewerkstelling en de dichtstbijzijnde halte van het openbaar vervoer groter is dan 1 kilometer;

  • als de ambtenaar door de vastgestelde werktijdregeling de plaats van tewerkstelling met het openbaar vervoer niet kan bereiken of verlaten;

  • als het openbaar vervoer minder dan tweemaal per uur bij de plaats van tewerkstelling stopt;

  • als gebruik van openbaar vervoer door de ligging van de plaats van tewerkstelling de persoonlijke veiligheid van de ambtenaar in gevaar brengt;

  • als de bedrijfsarts openbaar vervoer om medische redenen afraadt.

Aan deze vijf criteria wordt tijdelijk het volgende criterium toegevoegd:

  • als de reistijd van de woning naar de plaats van tewerkstelling met het openbaar vervoer 2 uur of meer bedraagt en de reistijd door het reizen met eigen vervoer minimaal met 45 minuten wordt bekort.

De ambtenaar, voor wie dit criterium van toepassing is heeft voor het reizen met eigen vervoer recht op de hoge tegemoetkoming per kilometer, uiteraard rekening houdend met het geldende maximumbedrag. Dit aanvullende criterium is, conform de afspraak met de centrales van overheidspersoneel, van toepassing met terugwerkende kracht tot en met 1 oktober 2008. De ambtenaren voor wie deze situatie op of na 1 oktober 2008 van toepassing is en die sindsdien met eigen vervoer gereisd hebben, dienen zich zo spoedig mogelijk tot het bevoegd gezag te wenden met een verzoek om een nabetaling te laten plaatsvinden. Via een toelichtende mededeling bij de salarisspecificatie van de maand april zullen de ambtenaren hierop geattendeerd worden. De ambtenaar kan het verzoek tot nabetaling indienen tot 1 augustus 2009, zo is met de centrales afgesproken.

Met de Inspecteur der belastingen heeft overleg plaatsgevonden over de fiscale gevolgen van deze nabetaling over de periode oktober 2008 t/m december 2008.

De Inspecteur is van mening, dat de vergoeding niet onbelast is, aangezien de ambtenaar in 2008 nog geen onvoorwaardelijk recht op de vergoeding had.

Uniforme beoordeling

Om een uniforme beoordeling te realiseren dient de (te besparen) reistijd vastgesteld te worden met de ANWB routeplanner, te vinden op www.anwb.nl.

Ook voor reizen vanuit het buitenland voorziet de ANWB in een planner, echter niet ten aanzien van het openbaar vervoer. In situaties waarin niet is voorzien beslist het bevoegd gezag.

De keuze voor deze planner en niet de voor de rijksambtenaren voor de kilometervergoeding gehanteerde planner houdt verband met het feit dat laatstbedoelde planner geen tijdsindicatie van de reis verstrekt.

De ANWB routeplanner baseert de reistijd met het openbaar vervoer op de informatie over de meest optimale route met de kortste reisduur, zoals ook te vinden is op www.9292ov.nl. Voor de reistijd met eigen vervoer kan de planner rekening houden met de snelste, de kortste of een alternatieve (een combinatie van snelste en kortste) route. Uitgangspunt voor de beoordeling van de te besparen reistijd is de route die de minste reistijd vergt.

Tijdelijke afspraak

Het aanvullende criterium voor de beoordeling van de doelmatigheid van het openbaar vervoer is van toepassing tot en met het jaar 2010. In de loop van 2010 zullen partijen in de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel bezien of continuering van de huidige voorziening voor het woon-werkverkeer, inclusief dit aanvullende criterium, wenselijk is en zal nagegaan worden of het mogelijk is te komen tot een eenvoudiger voorziening voor het woon-werkverkeer met ingang van het jaar 2011. Het is de bedoeling dat het moment van vervallen van bovengenoemd aanvullend criterium aansluit op de inwerkingtreding van de eventuele nieuwe voorziening.

Bestaande afspraken

De afspraak is niet bedoeld om bestaande, al of niet op basis van de hardheidsclausule gemaakte, afspraken over toekenning van de hoge kilometervergoeding ongedaan te maken. Toepassing van de hardheidsclausule in situaties waarin de vervoersvoorzieningen niet of niet in redelijkheid voorzien blijft mogelijk.

Andere afspraken

In de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel zijn ook afspraken gemaakt over:

  • een vergoeding per kilometer voor het vervoer naar de opstapplaats van het openbaar vervoer ter vervanging van de vergoeding voor stallingkosten;

  • de mogelijkheid om voor het woon-werkverkeer op sommige dagen de fiets (tegen de hoge kilometervergoeding) en op andere dagen ander eigen vervoer (tegen de lage kilometervergoeding) te gebruiken.

Voor beide afspraken is de beoogde ingangsdatum, onder voorbehoud van de uitvoeringsgevolgen, bepaald op 1 maart 2009.

Deze datum is, zo valt nu al te bepalen, uitvoeringstechnisch niet haalbaar. Naar verwachting kunnen die afspraken niet eerder dan na 1 juli 2009 geëffectueerd worden. In een afzonderlijke circulaire zal de invoeringsdatum bekend gemaakt worden en zullen de afspraken nader toegelicht worden.

In de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel is afgesproken, dat de werkgever door middel van communicatie zijn medewerkers nadrukkelijk wijst op de mogelijkheid die de IKAP-regeling rijkspersoneel biedt voor een aanvullende kilometervergoeding en zijn medewerkers daarin zoveel mogelijk administratief ondersteunt.

Ik verzoek u zo spoedig mogelijkheid de nodige voorbereidingen te treffen om uitvoering te geven aan de inhoud van deze circulaire.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze:
de

directeur-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk

,

J.J.M. Uijlenbroek