De aanpassingen van de bovengenoemde regelingen betreffen onder meer het volgende.
-
a. Compensatie naheffing ten laste van het Rijk
De belastingdienst heeft bij een aantal provincies en gemeenten naheffingen opgelegd
voor het gebruik van de dienstauto anders dan uit hoofde van het ambt (nevenfuncties
niet qualitate qua).
Voor de commissarissen der Koningin is de compensatie, vooruitlopend op dit koninklijk
besluit, al afgerond. De benodigde activiteiten voor de compensatie van burgemeesters
die het aangaat, zijn op voorschotbasis al in gang gezet en bevinden zich nu in de
fase van de verificatie.
-
b. Wat is privégebruik van dienstauto’s in fiscale zin?
Indien provincies en gemeenten besluiten een compensatie te bieden voor de door hun
bestuurders verschuldigde inkomstenbelasting voor niet ambtsgebonden gebruik van hun
dienstauto, is de vraag aan de orde wat wel en wat niet fiscaal als privégebruik wordt
aangemerkt. Hierop wordt in deze paragraaf ingegaan. Overigens is de belastingdienst
ingeval van onduidelijkheden in alle gevallen bereid tot overleg om duidelijkheid
vooraf te geven.
Naast de kilometers voor de uitoefening van de functie kunnen uitsluitend de kilometers
voor ambtsgebonden nevenfuncties als zakelijk worden aangemerkt. Ambtsgebonden nevenfuncties
vloeien voort uit het ambt. Van een ambtsgebonden nevenfunctie is in elk geval sprake
als de ambtsdrager zich er niet aan kan onttrekken en de functie moet worden beëindigd
als het ambt niet meer wordt uitgeoefend.
Of met de nevenfunctie een maatschappelijk of algemeen bestuurlijk belang is gediend,
is fiscaal bezien géén criterium voor het begrip ambtsgebonden nevenfunctie. Ook is
het fiscaal niet relevant of door provinciale staten of de gemeenteraad toestemming
is gegeven voor het vervullen van de nevenfunctie en het gebruik van de dienstauto
voor dat doel.
Het lidmaatschap van een politieke partij is in de eerste plaats een privéaangelegenheid.
Dit is anders als er een direct belang bestaat voor het uitoefenen van het ambt van
de desbetreffende bestuurder. Voor commissarissen der Koningin en burgemeesters zal
dit in de praktijk betekenen dat ritten voor partijbijeenkomsten als zakelijk kunnen
worden aangemerkt.
Bij de onbezoldigde commissies en functies van de VNG neemt de belastingdienst het
standpunt in dat sprake is van zakelijke ritten. Een burgemeester vervult de functie
omdat zijn gemeente lid is van de vereniging en de bestuursfunctie wordt door de functionaris
van de gemeente uitgevoerd. Bovendien staat in de statuten dat de bestuurders van
de VNG moeten voortkomen uit deze kring.
Bij bestuurlijke commissies of adviescolleges op het terrein van de rijksoverheid
zal zich echter vaker de situatie voordoen dat iemand deelneemt op grond van deskundigheid
en reputatie en niet uitsluitend als bij voorbeeld burgemeester van een bepaalde gemeente.
In zulke gevallen is er eerder sprake van privégebruik.
In geval van bezoldigde nevenfuncties waarvan de bezoldiging niet in de gemeentekas
wordt gestort, zal de belastingdienst aannemen dat die niet worden vervuld in de hoedanigheid
van het ambt.
-
c. Beperking fiscale effect bijtelling ingeval van niet ambtsgebonden nevenfuncties
De compensatie mag ten hoogste bedragen de gebruteerde verschuldigde loon- en inkomstenbelasting
voor het gebruik van de dienstauto. De provincie of de gemeente kan bij de bepaling
van de hoogte van de vergoeding rekening houden met de mogelijkheden die de individuele
ambtsdrager heeft om bij de aangifte Inkomstenbelasting het fiscale effect van de
bijtelling te beperken.
Het kan namelijk verschil maken of de niet ambtsgebonden nevenfuncties een dienstbetrekking
is, onbezoldigd is of moet worden aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden.
Indien er sprake is van resultaat uit overige werkzaamheden kan een evenredig deel
van de bijtelling worden afgetrokken van het resultaat. Het fiscale effect van de
bijtelling wordt in zoverre ongedaan gemaakt.
Bij een nevenfunctie in dienstbetrekking kunnen kosten (waaronder een evenredig deel
van de bijtelling wegens het privégebruik van een auto) niet worden afgetrokken. In
dat geval kan wel de provincie of de gemeente de kosten voor het gebruik van de dienstauto
factureren, omdat de ambtsdrager de dienstauto gebruikt voor andere dan provinciale
of gemeentelijke doeleinden. Dan loopt de factuurbetaling buiten de ambtsdrager om
rechtstreeks van de opdrachtgever naar de provincie of gemeente. Als de ambtsdrager
zelf deze factuur zou ontvangen en aan de provincie of gemeente zou betalen, kan die
betaling als bijdrage voor privégebruik auto in mindering worden gebracht op de fiscale
bijtelling. De ambtsdrager zal die door hem gedragen betaling wel vergoed willen hebben
van de opdrachtgever en kan daarom de opdrachtgever een reiskostenvergoeding vragen.
Deze reiskostenvergoeding is tot 19 cent per kilometer belastingvrij.
Bij onbezoldigde niet ambtsgebonden nevenfuncties geldt het volgende. Als de organisatie
waar de nevenfunctie wordt vervuld, een kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve,
culturele, wetenschappelijke of een algemeen nut beogende instelling is, kunnen deze
kilometers bij het afzien van een declaratie voor de inkomstenbelasting als gift worden
aangemerkt. Daarvoor gelden echter begrenzingen.