Richtlijn voor strafvordering Wet vervoer gevaarlijke stoffen ten aanzien van vervoer over de weg

[Regeling vervallen per 01-03-2015.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 26-07-2013 en zichtdatum 11-11-2024.
Geldend van 01-07-2011 t/m 28-02-2015

Richtlijn voor strafvordering Wet vervoer gevaarlijke stoffen ten aanzien van vervoer over de weg

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-03-2015]

Ter bevordering van eenheid in het strafvorderingbeleid zijn met betrekking tot overtredingen van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS) ten aanzien van vervoer over de weg tarieven vastgesteld. Deze tarieven gelden als richtlijn voor de hoogte van het transactiebedrag, de strafbeschikking dan wel voor de eis ter terechtzitting. Door toepassing te geven aan artikel 74 Wetboek van Strafrecht kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld bij een transactie. Op basis van artikel 257a Wetboek van Strafvordering en artikel 36 Wet op de Economische Delicten (WED) kan de strafbeschikking bijzondere aanwijzingen bevatten. In deze richtlijn wordt aangegeven wanneer een zodanige inbreuk wordt gepleegd op het doel van de wet, ‘de bevordering van de openbare veiligheid, bij het vervoer van gevaarlijke stoffen’, dat dagvaarden in de rede ligt.

Samenvatting

[Regeling vervallen per 01-03-2015]

Deze richtlijn bevat de te hanteren tarieven behorende bij de meest voorkomende overtredingen van de regels bij of krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen ten aanzien van vervoer over de weg.

Beschrijving

[Regeling vervallen per 01-03-2015]

1. Wet- en regelgeving

[Regeling vervallen per 01-03-2015]

De WVGS kent een gelede normstelling. Nationale wet- en regelgeving komt voort uit het Européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route (ADR) en bestaat uit:

In art. 4 en 5 (jo. artt. 2 en 3) van de WVGS wordt het verboden om gevaarlijke stoffen te vervoeren over land, indien niet is voldaan aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels. Art. 2 BVGS bepaalt dat deze regels in de VLG staan. De VLG bevat een bijlage met de Nederlandse vertaling van het ADR. Op die wijze is het ADR geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving.

De verbodsbepalingen in de artt. 4, 5, 10, 11, 21, 24, 27, 29, 31 en 33 WVGS zijn via art. 1a WED gekwalificeerd als economisch delict. Het gaat om misdrijven voor zover deze feiten opzettelijk zijn begaan en overtredingen als deze onopzettelijk zijn begaan. Het niet naleven van art. 47 en 48 WVGS levert een economisch delict op, zijnde een overtreding.

2. Sanctiestrategie

[Regeling vervallen per 01-03-2015]

De handhaving van de WVGS sluit aan bij de Landelijke strategie milieuhandhaving van het Landelijk Overleg Milieuhandhaving en de Aanwijzing handhaving milieurecht. Dat houdt in dat overtredingen zijn onderverdeeld in kernbepalingen en niet-kernbepalingen. Uitgangspunt is dat alleen overtreding van een kernbepaling in aanmerking komt voor strafrechtelijke afdoening. Uitzonderingen op dit uitgangspunt staan in de Aanwijzing handhaving milieurecht.

Of een overtreding al dan niet een kernbepaling is, hangt af van de risicocategorie die aan de overtreding is toegekend. De toekenning van de risicocategorieën is gebaseerd op Europese Richtlijn (2004/12/EG bijlage II). De controlerende instantie/functionaris dient rekening te houden met specifieke omstandigheden bij het constateren van een inbreuk. Afhankelijk van die omstandigheden kan er worden afgeweken van de risicocategorieën. Aan de hand van de risicocategorie wordt bepaald of er corrigerende maatregelen worden genomen en of strafrechtelijke handhaving geïndiceerd is. Overtredingen die binnen risicocategorie I en II vallen zijn kernbepalingen.

De controlerende instantie/functionaris zorgt er voor dat de overtreding ongedaan wordt gemaakt door corrigerende maatregelen te nemen. De risicocategorie van het overtreden voorschrift geeft aan of de corrigerende maatregelen ter plekke, of in een later stadium moeten worden genomen. Indien er ernstige bezwaren zijn tegen de overtreder en onmiddellijk ingrijpen vereist is, kan de officier van justitie op grond van artikel 28 WED een voorlopige maatregel bevelen.

Risicocategorie I (kernbepaling): hoog risico op dodelijke slachtoffers, ernstig letsel voor personen of significante aantasting van milieu. Er moeten onmiddellijk corrigerende maatregelen worden genomen.

Risicocategorie II (kernbepaling): risico op letsel voor personen of aantasting van het milieu. Corrigerende maatregelen op controleplaats indien mogelijk, anders uiterlijk bij het voltooien van het vervoerstraject.

Risicocategorie III (niet-kernbepaling): gering risico op letsel voor personen of aantasting milieu. Maatregelen hoeven niet op de controleplaats te worden genomen, maar kunnen later bij de onderneming worden genomen.

3. Aansprakelijkheid

[Regeling vervallen per 01-03-2015]

Uit het oogpunt van de ketenaansprakelijkheid kunnen meerdere betrokkenen (tegelijkertijd) via de WVGS strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor overtreding van het ADR/WVGS. Als uitgangspunt geldt echter dat de vervoerder (rechtspersoon) als verdachte wordt aangemerkt.1In het ADR worden de volgende belangrijke betrokkenen genoemd: afzender, de vervoerder, geadresseerde (belangrijke betrokkenen 1.4.2 ADR). Tevens worden er voorbeelden gegeven van mogelijk andere betrokkenen en hun plichten: belader, vuller, verpakker, exploitant en losser (1.4.3 ADR).

4. Polarissystematiek

[Regeling vervallen per 01-03-2015]

In deze richtlijn voor strafvordering wordt gebruik gemaakt van het Polaris-puntensysteem, zoals beschreven in de Aanwijzing Kader voor Strafvordering. Ter zitting kunnen de bedragen die op basis van de opgegeven sanctiepunten worden berekend met 20% worden verhoogd. Bij cumulatie van overtredingen wordt bij elk feit afzonderlijk het aantal strafpunten berekend. Daarna worden die aantallen bij elkaar opgeteld. De draagkracht van de verdachte is mede bepalend voor het puntenaantal.

Op basis van algemene beoordelingsfactoren kunnen de bedragen worden verhoogd/verlaagd. De algemene beoordelingsfactoren zijn:

  • Misdrijf: Wanneer er sprake is van een misdrijf, omdat het delict opzettelijk is begaan, wordt een verhogingspercentage van 25% toegepast.

  • Recidive: De polarispunten in de tarieflijst hebben betrekking op first offenders. Als er sprake is van recidive wordt het puntenaantal uit de tarieflijst opgehoogd.

  • Van recidive door natuurlijke personen is alleen sprake indien de overtreding wordt begaan binnen twee jaren na betaling van een transactie of na een onherroepelijke geworden strafbeschikking/ veroordeling voor overtreding van de WVGS/ADR.

    1 maal recidive: + 10%

    2 maal recidive: + 20%

    Meer dan 2 keer recidive: dagvaarden

    Van recidive door rechtspersonen (ook de ‘eenmanszaak’) is alleen sprake indien de overtreding wordt begaan binnen vijf jaren na betaling van een transactie of na een onherroepelijke geworden strafbeschikking/ veroordeling voor overtreding van de WVGS/ADR.

    1 maal recidive: + 50%

    2 maal recidive: + 100%

    Meer dan 2 keer recidive: dagvaarden

  • Gevaarzetting: Als sprake is van duidelijke gevaarzetting wordt een verhogingspercentage van25% toegepast.

  • Chauffeur (natuurlijke persoon): Indien blijkt dat alleen de chauffeur van het voertuig verwijtbaar heeft gehandeld (bijvoorbeeld door te handelen tegen de instructies van de vervoerder) kan worden afgeweken van het uitgangspunt om de vervoerder (als rechtspersoon) als verdachte aan te merken. Indien de chauffeur (als natuurlijke persoon) als verdachte wordt aangemerkt (bijvoorbeeld indien deze zeer verwijtbaar heeft gehandeld), wordt, behoudens zeer ernstige normschendingen, het basisaantal polarispunten gehalveerd.

Waar in de tarieflijst staat aangegeven dat er meteen gedagvaard dient te worden, gaat het om een overtreding met een zeer ernstig karakter. Het aantal polarispunten bij deze overtredingen wordt niet vermeld, omdat de hoogte van de geldboete bepaald dient te worden aan de hand van de omstandigheden van het geval. Uitgangspunt is dat er voor deze overtredingen minimaal 115 polarispunten staan.

Waar mogelijk zal in het proces-verbaal gemotiveerd het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel worden aangegeven. Dit bedrag kan dan in daarvoor in aanmerking komende gevallen aan de verdachte worden ontnomen (Zie: Aanwijzing ontneming – 2009A003).

5. Relatieve competentie

[Regeling vervallen per 01-03-2015]

Het proces-verbaal wordt in beginsel ingezonden aan het parket (Functioneel Parket) van het arrondissement waarbinnen de pleegplaats is gelegen.

Tarieflijst

[Regeling vervallen per 01-03-2015]

De overtredingen waarop de tarieflijst betrekking heeft, zijn kort aangeduid en voorzien van het overtreden voorschrift. De aanduiding van het overtreden voorschrift is, hetzij het randnummer als genoemd in de ‘Europese overeenkomst betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg’ (ADR), hetzij een verwijzing naar andere wet- of regelgeving.

Randnummer (ADR) (tenzij WVGS is aangegeven)

Beschrijving van de overtreding

Polaris punten

Risicocategorie

 

VERVOERSDOCUMENT

8.1.2.1.a

Vervoersdocument niet aanwezig

45

I

 

Aanduidingen vervoersdocument

 

5.4.1.1.1

Onjuiste volgorde van de bestanddelen

11

III

5.4.1.1.1 a t/m d

Geen of onjuiste stofnaam, en/of identificatienummer, klasse, verpakkingsgroep

45

I

5.4.1.1.1 a t/m d

Indien onjuiste invulling van vervoersdocument tot een lager risico leidt (bijvoorbeeld een hogere classificatie aangeven dan nodig is)

11

III

5.4.1.1.1 e t/m i

Geen of onjuiste aantal en omschrijving colli of IBC’s, bruto massa, of netto massa voor ontplofbare stoffen en voorwerpen. Ontbreken van naam en het adres van de afzender / geadresseerde. Ontbreken van verklaring eventuele bijzondere overeenkomst

22

III

5.4.1.1.1 b jo 3.1.2.8

Ontbreken technische benaming

22

III

5.4.1.1.1 k

Verkeerde code of ontbreken van code voor beperking in tunnels (alleen indien verplicht)

22

II

5.4.1.1.2

De vereiste informatie op een vervoersdocument is niet leesbaar

45

I

5.4.1.1.3 t/m 5.4.1.1.17

Ontbreken aanvullende informatie bijzondere bepalingen (bijvoorbeeld berging of afval)

22

III

5.4.1.1.6

Ontbreken omschrijving omtrent lege ongereinigde middelen van omsluiting

22

III

5.4.1.1.7 jo 1.1.4.2.1

Ontbreken verklaring: ‘vervoer volgens 1.1.4.2’ in het vervoerdocument

22

III

5.4.1.4.1

Niet gesteld in de juiste taal/talen

22

III

5.5.2.1 jo 5.4.1.1.1

Vervoersdocument bevat niet de juiste informatie m.b.t. de gegaste eenheid.

45

I

5.4.1 / 3.5.6

Vervoersdocument bevat niet de juiste informatie (anders dan hierboven genoemd)

22

III

 

Schriftelijke instructies:

 

8.1.2.1.b jo 5.4.3.1

Niet aanwezig / niet in juiste taal

34

II

8.1.2.3 jo 5.4.3

Niet direct beschikbaar

6

III

5.4.3.4

Niet opgesteld overeenkomstig het daarvoor vastgestelde model en/of inhoud en/of kleur

11

III

 

Vakbekwaamheidcertificaat:

 

8.1.2.2 b

Vakbekwaamheidcertificaat wel in bezit, niet bij zich c.q. niet tonen

6

III

8.2.1.5

Geen of verlopen vakbekwaamheidcertificaat

45

I

 

Container-/voertuigbeladingscertificaat:

 

5.4.2

Niet bij het vervoerdocument gevoegd

22

II

5.4.2

Niet overeenkomstig sectie 5.4.2 van de IMDG-code

22

II

 

UITRUSTING, KENMERKING EN ETIKETTERING

 

Brandblusmiddelen:

8.1.4.1, 8.1.4.2, 8.1.4.3

Geen/onvoldoende/niet werkende brandblusmiddelen (per brandblusapparaat)

22

II

8.1.4.4

Draagbare brandblusapparaten zijn niet voorzien van een merkteken en/of verzegeling (per brandblusapparaat)

11

III

8.1.4.5

Het niet gemakkelijk voor handen hebben van de blusapparaten

11

III

 

Uitrusting:

 

8.1.5.2

Geen/onvoldoende/onjuiste afmeting stopblok (voor het voertuig)

22

III

8.1.5.2

Geen/onvoldoende zelfstandige waarschuwingssignalen (voor het voertuig)

22

III

8.1.5.2

Geen oogspoelfles (voor het voertuig)

11

III

8.1.5.2

Geen handlamp(en) conform 8.3.4 (voor ieder bemanningslid)

11

III

8.1.5.2

Geen veiligheidsvest (voor ieder bemanningslid)

11

III

8.1.5.2

Geen oogbescherming (veiligheidsbril) (voor ieder bemanningslid)

11

III

8.1.5.2

Geen beschermende handschoenen(voor ieder bemanningslid)

11

III

8.1.5.3

Geen, schep, put afdekzeil of plastic opvangbak (voor bepaalde klassen vervoer)

11

III

8.1.5.3

Geen, onvoldoende of ongeschikt vluchtmasker (voor bepaalde klassen vervoer)

22

II

8.1.5

Alle voorkomende combinaties eendaadse samenloop

45

II

 

Oranje borden (voertuig/tankwagens/transporteenheden):

 

5.3.2.1.2 / 5.3.2.1.6

Geen/onjuiste gevaarsidentificatienummers en/of UN-nummer

45

I

8.1.3 jo 5.3.2.1

Bord ontbreekt geheel of gedeeltelijk, is niet duidelijk zichtbaar of niet juist aangebracht

45

I

8.1.3 jo 5.3.2.2

Borden niet conform de specificaties

22

III

 

Kenmerking / etikettering (voertuig/tank):

 

8.1.3 jo. 5.3.6 jo. 5.2.1.8.3

Geen kenmerking voor milieugevaarlijke stoffen

22

I

8.1.3 jo 5.3.1

Geen groot etiket overeenkomstig hoofdstuk 5.3

45

I

5.3.1.1 jo 3.2 (tabel A)

Onjuiste klasse op grote etiketten

45

I

5.3.1.7

Specificaties voor grote etiketten niet conform de daaraan gestelde eisen

22

III

5.5.2.2

Geen waarschuwingsteken gegaste eenheid overeenkomstig 5.5.2.3

45

I

 

Etiketten (colli):

 

5.1.2.1 / 3.4.11

Oververpakking niet voorzien van opschrift ‘oververpakking’ en zonodig van etiketten, kenmerking en richtinggevende pijlen

22

II

5.2.2.1.1 / 5.2.2.1.2

Geen of onjuist etiket/ onuitwisbaar merkteken voor elk voorwerp of stof (zoals opgenomen in tabel A hoofdstuk 3.2 kolom 5, tenzij anders kolom 6)

45

I

5.2.1.1 t/m 5.2.1.7

Geen, onjuiste of onleesbare identificatienummer en opschriften

34

I

5.2.1.8

Geen kenmerking voor milieugevaarlijke stoffen

22

I

5.2.1.9 / 7.5.1.5

Geen / onjuiste stand richtinggevende pijlen

34

I

3.4.5 / 3.4.6 / 3.5.4.1

Verpakking niet voorzien van LQ dan wel uitgezonderde hoeveelheid label

22

II

 

Beproeving/constructie markering

 

Hfdst 6 diverse soorten verpakkingen

Kenmerk niet duurzaam/zichtbaar

22

III

Hfdst 6 diverse soorten verpakkingen

Geen/onjuist kenmerk

34

I

6.1.3.1e

Kunststof verpakking niet voorzien van aanduiding maand fabricage (klok)

22

II

4.1.4., p200 8 en 9 jo 6.2.1.6.1

Periodieke onderzoeken drukhouders zijn niet uitgevoerd

22

II

 

VERVOERMETHODEN

 
 

Vervoer in tanks/ batterijwagens en MEGC’s

 

7.4.1 jo 3.2 (tabel A)

Vervoer gevaarlijke goederen niet in tanks toegestaan

68

I

4.3.2.1.5 jo 3.2 (tabel A)

Gevaarlijke stoffen niet in betreffende tank toegestaan

68

I

4.3.2.3.3 / 4.3.2.4.2

Niet goed gesloten, waardoor de inhoud ongecontroleerd naar buiten kan treden

115

I

4.3.2.3.5 / 4.3.2.4.1

Gevaarlijke resten vervoerde stof aan de buitenzijde

45

I

4.3.2.2.1

Overschrijding van de vullingsgraad

45

I

4.3.2.2.4

Niet tot ten minste 80% en ten hoogste 20% van de inhoud gevuld. Bij tanks > 7500 liter

45

I

6.8.2.5.2 / 6.8.3.5.11

Aanduiding op tanks ontbreekt/onvolledig

34

II

6.8.2.5.1 / 6.8.3.5.10

Geen/onjuiste gegevens stempelplaat

34

II

8.1.2.2 a) jo. 9.1.3 jo. 6.8.2.4.1

Reservoirs en uitrustingsdelen niet voor gebruik gekeurd / geen certificaat afgegeven

115

I

8.1.2.2. a) jo. 9.1.3 jo. 6.8.2.4.2 / 6.8.2.4.3

Reservoirs en uitrustingsdelen niet periodiek gekeurd / verlopen certificaat

34

II

8.1.2.2. a) jo. 9.1.3 jo. 6.8.2.4.2 / 6.8.2.4.3

Geen geldig certificaat van goedkeuring aanwezig (wel overlegd via fax/email. Anders behandelen als niet afgegeven)

22

II

 

Losgestort goed

 

7.3.1.1/2

Goederen losgestort invoertuigen of containers niet toegestaan

68

I

7.3.1.3

Niet stofdicht dan wel niet goed gesloten

115

I

7.3.1.8

Gevaarlijke resten vervoerde stof aan de buitenzijde

45

I

7.3.3

Bijzondere bepalingen VV1 t/m VV17 niet in acht genomen

34

II

 

Colli

 

5.2 (niet 5.2.1.1 t/m 5.2.1.7 en 5.2.2.1.1 / 5.2.2.1.2 )

Specificaties kenmerking niet conform hoofdstuk 5.2

22

III

7.2.4 jo 3.2 (tabel A, kolom 16)

Bijzondere bepalingen V1 t/m V14 niet in acht genomen

34

II

 

Verpakkingsvoorschriften (ook IBC's)

 

4.1.1.1

Niet verpakt overeenkomstig gestelde voorwaarden

45

I

3.4 / 3.5

Niet verpakt overeenkomstig gestelde voorwaarden voor gelimiteerde / uitgezonderde hoeveelheden

34

II

4.1.1.1

Gevaarlijke resten buitenzijde verpakkingen

45

I

4.1.1.4

Onvoldoende ledige ruimte bij vervoer vloeistof

45

I

4.1.1.5

Niet op juiste wijze verpakte en vastgezette binnenverpakking

34

I

4.1.1.6

Gezamenlijke verpakking onverenigbare stoffen (zie ook 7.5.2/7.5.4 samenladingverbod)

Dagvaarden

I

4.1.1.8

Binnenverpakkingen onvoldoende weerstand tegen inwendige druk of onjuiste ontluchtingsinrichting

45

I

4.1.1.9

Verpakking of IBC niet voorafgaande aan het transport gecontroleerd op corrosie, schade of verontreiniging

22

II

4.1.1.3 jo. 6.5.4.4

IBC’s niet voldaan aan inspecties en beproevingen

34

II

4.1.1.15

Gebruiksduur overschreden van: kunststofvaten, jerrycans, IBC’s van stijve kunststof en combinatie-IBC’s met binnenhouder van kunststof

34

II

4.1 jo 3.2 (tabel A)

Verpakking niet toegelaten voor de stof

45

I

 

Drukhouders

 

4.1.6.8

Niet of op onjuist wijze voldoen aan de eisen gesteld aan afsluiters

45

I

7.5.11 CV 36

Ontbrekende tekst ‘waarschuwing geen ventilatie voorzichtig openen’

22

II

 

OVERIGE OVERTREDINGEN

 
 

Roken/(brand)gevaarlijke handelingen

 

8.1.1

Transporteenheid geladen met gevaarlijke goederen omvat meer dan één aanhangwagen of oplegger

45

I

8.3.1

Passagiers vervoeren (per passagier)

11

II

7.5.9 jo 8.3.5

Tijdens behandeling roken in of in de nabijheid van voertuigen of containers

45

I

7.5.11 CV1(1) jo 3.2 tabel A

Zonder bijzondere toestemming binnen de bebouwde kom of zonder inlichting buiten de bebouwde kom laden of lossen voor een voor het publiek toegankelijke plaats

45

I

 

Voorschriften laden, lossen en behandeling

 

7.5.2 / 7.5.4

Voorschriften betreffende samenlading of scheiding niet in acht genomen (zie ook verpakking onverenigbare stoffen 4.1.1.6)

Dagvaarden

I

7.5.5.2 / 7.5.5.3

Beperking hoeveelheden te vervoeren stoffen in een voertuig niet in acht genomen

68

I

7.5.7.1 t/m 7.5.7.4

Niet voldaan aan behandeling en stuwagevoorschriften

45

I

7.5.7.5 jo 8.3.3

Openen colli door bestuurder of voertuigbemanning

34

I

7.5.8

Niet reinigen van voertuig na het lossen bij verontreiniging met gevaarlijke stof

34

I

 

Veiligheidsmaatregelen/inrichtingseisen

 

Art. 3 WVGS

Stof niet toegelaten voor vervoer

Dagvaarden

I

Art. 47 en 48 tweede lid WVGS

Voorvallen/ongevallen niet onverwijld melden aan Minister van I&M (Niet voldoen aan art. 47 en/of art. 48 is altijd alleen een overtreding (WED art 1a onder 3º)

34

II

Art. 48 WVGS tweede lid i.r.m. 1.8.5

Voorvallen/ongevallen niet conform gerapporteerd

22

II

1.3.1

Personeel niet conform opgeleid

34

II

1.10.1.3

Voorschriften betreffende toezicht op voertuigen niet in acht genomen (algemene voorschriften)

22

III

1.10.1.4

Niet bij zich hebben van een identiteitsbewijs met foto. NB: Er is al snel sprake van samenloop, zie Aanwijzing uitbreiding identificatieplicht (2004A016)

22

II

1.10.3.2.1/ 1.10.3.2.2

Beveiligingsplan onvoldoende, per ontbrekend element

6

II

1.10.3.2.1

Beveiligingsplan niet aanwezig

45

II

1.10.3.3

Geen operationeel en effectief apparaat, uitrustingsdeel of procedure tegen diefstal van voertuig of lading. (de maatregel mag ook de noodhulpverlening niet in gevaar brengen)

11

II

7.5.10 / 8.5 S2 onder 3 (FL voertuigen) / 4.1.2.1 (IBC’s)

Niet aarden voertuig, transporttank, tankcontainer of IBC’s waarin vloeistoffen met een vlampunt van 60C° of lager, brandbare gassen, UN 1361 pg II, of poedervormige stoffen vervoerd (IBC)

34

I

8.3.4

Voertuig binnengaan met verlichtingslamp met vlam of met metalen oppervlak

45

I

8.3.6

Niet afzetten van de motor tijdens laden en lossen

17

II

8.4 jo 8.5 S1 (6) en S14 t/m S21

Voertuigen niet onder toezicht gesteld, of zonder toezicht op beveiligd depot of beveiligd fabrieksterrein geparkeerd (bijzondere voorschriften)

45

I

9.2.2.1 t/m 9.2.2.6

Overige constructievoorschriften voor de elektrische uitrusting van basisvoertuigen niet in acht genomen / Hoofdschakelaar voor de accu ontbreekt of is defect

22

II

 

Nationale bepalingen

 

Art.11 WVGS

Bebouwde kom niet vermeden

45

I

Art.21 WVGS

Routeplichtige gevaarlijke stoffen vervoeren over andere dan door gemeenten aangewezen en aangeduide wegen of weggedeelten

45

I

8.6.4 jo. 1.9.5 jo. Art. 3 Bijlage 2 Hoofdstuk 2 VLG

Niet houden aan het tunnelregime

45

I

Art. 6 Bijlage 2 Hoofdstuk 2 VLG

Niet nakomen regeling m.b.t. weersomstandigheden

45

I

6.8.3.2 N bijlage 2 Hoofdstuk 1 VLG

Wegrijdalarmering ontbreekt of voldoet niet en/of noodstop ontbreekt of voldoet niet

45

I

 

Gebruik zout veer

 

Art. 7 sub 2 jo tabel 5 Bijlage 2 Hoofdstuk 2 VLG

Niet toegelaten stoffen en hoeveelheden vervoeren

45

I

Art. 7 sub 6 Bijlage 2 Hoofdstuk 2 VLG

Niet bij voertuig blijven tijdens de vaart

17

II

Art. 7 sub 7 jo 3 Bijlage 2 Hoofdstuk 2 VLG

Niet de benodigde informatie verstrekken omtrent aard/ hoeveelheid van de vervoerde gevaarlijke stoffen

22

I

 

Gebruik ‘pont’

 

Art. 8 sub c Bijlage 2 Hoofdstuk 2 VLG

Transport met stoffen van klasse I met andere voertuigen of personen overgevaren

45

I

Art. 8 sub e Bijlage 2 Hoofdstuk 2 VLG

Niet de benodigde informatie verstrekken omtrent aard/ hoeveelheid van de vervoerde gevaarlijke stoffen anders dan van klasse I

22

I

 

Veiligheidsadviseur

   

1.8.3.1

Geen veiligheidsadviseur benoemd

45

II

1.8.3.3

Geen jaarverslag opgesteld

22

III

  1. In de Handhavingsuitvoeringsmethode (HUM) Wet vervoer gevaarlijke stoffen t.a.v. vervoer over de weg, opgesteld door het OM en de IVW, is de beleidskeuze gemaakt om in beginsel een rechtspersoon aan te merken als verdachte. ^ [1]