Ik keur goed dat giften door een vennootschap die zijn ingegeven door de persoonlijke
charitatieve behoefte van de aandeelhouder maar overigens voldoen aan de voorwaarden
van artikel 16 Wet Vpb, voor het gezamenlijke bedrag als giften in de zin van dat artikel in aftrek komen
en voor dat bedrag niet als uitdeling worden aangemerkt voor de vennootschapsbelasting,
de inkomstenbelasting en de dividendbelasting. Deze goedkeuring geldt dus voor zover
dergelijke giften het wettelijke maximum van artikel 16 Wet Vpb niet te boven gaan.
Voor het meerdere is er sprake van een uitdeling. Als er zowel giften zijn gedaan
die zijn ingegeven door de persoonlijke charitatieve behoefte van de aandeelhouder
als andere giften, mag voor de bepaling van het bedrag dat onder de goedkeuring valt,
zoveel mogelijk van het wettelijke maximum aan de eerstbedoelde giften worden toegerekend.
Voorbeeld 1
BV XA maakt € 75.000 over aan stichting XA in verband met de persoonlijke charitatieve
behoefte van XA, directeur/grootaandeelhouder van BV XA. Stichting XA heeft de ANBI-status.
Het bedrag van € 75.000 is minder dan het maximum van artikel 16 Wet Vpb.
BV XA brengt € 75.000 als gift in aftrek (eventueel te verhogen bij een culturele
instelling als bedoeld in artikel 16, derde lid, van de Wet Vpb). Er wordt geen uitdeling in aanmerking genomen voor de vennootschapsbelasting, de
inkomstenbelasting en de dividendbelasting.
Voorbeeld 2
BV XA maakt € 150.000 over aan stichting XA in verband met de persoonlijke charitatieve
behoefte van XA, directeur/grootaandeelhouder van BV XA. Stichting XA heeft de ANBI-status.
Het bedrag van € 150.000 overschrijdt het maximum van artikel 16 Wet Vpb met € 50.000.
Er is voor € 100.000 sprake van een aftrekbare gift en voor € 50.000 van een uitdeling
voor de vennootschapsbelasting, de inkomstenbelasting en de dividendbelasting. Op
dit bedrag ad € 50.000 is eventueel nog de giftenregeling in de inkomstenbelasting
van toepassing.