Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar dienst Stadswerken, groep Toezicht en Handhaving gemeente Utrecht 2007

[Regeling vervallen per 13-04-2012.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-06-2007.
Geldend van 21-06-2007 t/m 09-06-2010

Besluit van de Minister van Justitie van 12 juni 2007, nr. 5489097/Justis/07, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de afdeling SW/GOR/Toezicht en Handhaving van de gemeente Utrecht

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken Ministers;

Gelezen het verzoek van het hoofd van de groep afdeling Toezicht en Handhaving van de gemeente Utrecht;

Gelet op:

– artikel 142, eerste lid, onder b en c, en het derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

– artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar, de door het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aangestelde buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam bij de dienst Stadswerken, groep Toezicht en Handhaving van de gemeente Utrecht.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

Maximaal 80 personen werkzaam bij de dienst Stadswerken, groep Toezicht en Handhaving van de gemeente Utrecht en belast met de opsporing van strafbare feiten, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de gemeente Utrecht.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd bij de opsporing van de in artikel 3, eerste lid, van dit besluit genoemde strafbare feiten, gebruik te maken van de bevoegdheden bedoeld in:

Artikel 5

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

  • 1 De buitengewoon opsporingsambtenaar kan gedurende de uitoefening van zijn dienst als buitengewoon opsporingsambtenaar gebruik maken van handboeien en een korte wapenstok, beiden van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie goedgekeurd merk en type.

  • 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar wordt daadwerkelijk uitgerust met handboeien en een korte wapenstok nadat de direct toezichthouder heeft vastgesteld dat betrokkene beschikt over de vereiste bekwaamheid ten aanzien van het gebruik van het omgaan met handboeien en een korte wapenstok.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket te Utrecht.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Utrecht.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders of namens hen de directeur van de dienst Stadswerken van de gemeente Utrecht brengt jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was binnen de dienst;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2 Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder en de direct toezichthouder, als bedoeld in artikel 5 van dit besluit, alsmede aan het Ministerie van Justitie, dienst JUSTIS, afd. BTR/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging, de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van de in artikel 9 genoemde besluit, buitengewoon opsporingsambtenaar milieuopsporingsambtenaren gemeente Utrecht 2002, kenmerk 5151817/DBZ/02, alsmede de individuele akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaar die in dienst zijn van de groep Toezicht en Handhaving van de dienst Stadswerken van de gemeente Utrecht in de functie van hondenwachter, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden mede op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na inwerkingtreding.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 13-04-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar dienst Stadswerken, groep Toezicht en Handhaving gemeente Utrecht 2007.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 12 juni 2007

De

Minister

van Justitie,
namens deze:
de

teammanager BTR

,

P.W.C. Collard