Het jeugdstrafrecht kent als algemeen uitgangspunt het voorkomen van recidive. Daarnaast heeft
het jeugdstraf- en strafprocesrecht een pedagogisch karakter. In het jeugdstrafrecht
wordt een persoonsgerichte aanpak toegepast, waarbij het streven is om criminogene
factoren te beperken en beschermende factoren te versterken. Indien mogelijk wordt
volstaan met een extramurale reactie. Dit kan zijn een boete, taakstraf, begeleiding
door jeugdreclassering of een gedragsmaatregel.
Vuurwerkzaken waarin minderjarigen verdachte zijn, gaan om bovenstaande reden niet naar het Functioneel Parket, maar naar de Jeugdteams/secties.
Voor de strafmaten wordt in de systematiek van het jeugdstrafrecht een bepaalde indeling
gehanteerd, die hieronder wordt weergeven. Uitgangspunten zijn hierbij dat steeds
een afweging wordt gemaakt met betrekking tot de ernst van het delict en de persoon
van de verdachte. Onderstaande strafmaten zijn uitgangspunten, strafverzwarende omstandigheden
zoals recidive, gevaarzetting of handelen uit winstbejag kunnen leiden tot bijkomende
straffen.
Indeling:
-
1. Licht.
Halt afdoening, dit is een afdoening buiten het strafrecht.(art 77 e Wetboek van Strafrecht). De duur van de deelname aan de Halt-afdoening is maximaal 20 uur. (Aanwijzing Halt-afdoening)
-
2. Midden.
OM afdoening. Dit betekent een proces-verbaal en officierszitting. Er kunnen daarbij
werkstraffen/leerstraffen of boetes opgelegd worden, eventueel rapportage RvdK en
begeleiding door de Jeugdreclassering voor een periode van 6 maanden. De op te leggen
taakstraf is thans 40 uur en met de implementatie van de Wet OM afdoening maximaal 60 uur.
-
3. Zwaar.
Kinderrechter-zitting. Afdoening voor zwaardere feiten en meermalen recidive. Dit
betekent verplichte verschijning van verdachte en ouders, toevoeging advocaat en rapportage
RvdK. Strafoplegging afhankelijk van rapportage RvdK werkstraffen, erkende interventie
of (voorwaardelijke) jeugddetentie eventueel met begeleiding.
-
4. Zeer zwaar.
Toepassen voorlopige hechtenis. In richtlijn Sv Jeugd staat aangegeven: 'voorgeleiden
en onvoorwaardelijke jeugddetentie', dit geldt voor 12- jaars feiten. Bij deze feiten
is van belang dat er wel gronden zijn voor voorlopige hechtenis, voor zover het geen
12-jaars feit betreft is dit dus afhankelijk van recidive. Hierbij dient er rekening
mee te worden gehouden dat voor jeugdigen geldt: schorsing, tenzij.
In de toelichting op pagina 23 en verder staan voorbeelden met betrekking tot de gevaren
van professioneel vuurwerk in handen van particulieren.
Lijst I Verboden handelingen met consumentenvuurwerk
Het gaat dan om de volgende situaties:
-
– Binnen de toegestane tijd meer dan 25 kilo consumentenvuurwerk voorhanden hebben op
een voor het publiek toegankelijke plaats/ter beschikking stellen/afleveren aan particulier
-
– Buiten de toegestane tijd voorhanden hebben/ter beschikking stellen/afleveren aan
een particulier van consumentenvuurwerk (met uitzondering het voorhanden hebben van
maximaal 25 kilo op een niet voor het publiek toegankelijke plaats)
De toegestane tijd is gedefinieerd in art. 2.3.2 lid 2 Vwb
Consumentenvuurwerk
|
Voorhanden hebben**
|
Ter beschikking stellen/afleveren
|
Ter beschikking stellen/afleveren aan personen jonger dan 16 jaar onderscheidenlijk
18 jaar***
|
t/m 25 kg (buiten toegestane tijd)*
|
6 uur (licht)
|
8 uur (licht)
|
10 uur (licht)
|
26 tot 50 kg
|
10 uur (licht)
|
14 uur (licht)
|
18 uur (licht)
|
50 tot 100 kg
|
20 uur (midden)
|
25 uur (midden)
|
30 uur (midden)
|
100 kg of meer
|
vanaf 20 uur**** (midden)
|
vanaf 25 uur**** (midden)
|
vanaf 30 uur**** (midden)
|
Afsteken buiten toegestane tijd
|
Tot 6 uur (licht) of voor personen jonger dan 16 jaar € 50,– of personen van 16 jaar
tot 18 jaar € 100,–
|
* Art. 1.2.4 Vwb lid 2 stelt dat het verbod niet van toepassing is in de periode dat consumentenvuurwerk
o.g.v. art. 2.3.2 ter beschikking mag worden gesteld of ingevolge art. 2.3.6 tot ontbranding mag worden gebracht.
** Bij voorhanden hebben geldt dat het moet zijn op een voor publiek toegankelijke
plaats.
*** Voor consumentenvuurwerk welke is ingedeeld in cat.3.
**** maximaal 60 uur
Lijst II (Lichter) professioneel vuurwerk en niet-gedefinieerd vuurwerk dat niet is genoemd in lijst IIII
Professioneel/niet-gedefinieerd vuurwerk niet vallend onder lijst III en IV. Voor
wat betreft knalvuurwerk gaat het om knalvuurwerk met minder dan 6 gram Netto Explosieve
Massa (NEM) of knalvuurwerk zonder opschriften en met een lengte van maximaal 55 mm.
Knalvuurwerk met meer dan 6 gram NEM of knalvuurwerk zonder opschriften en langer
dan 55 mm valt onder lijst III!
Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een
ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf).
|
Voorhanden hebben
|
Ter beschikking stellen/afleveren
|
Ter beschikking stellen/afleveren aan personen jonger dan 18 jaar
|
tot 25 kg
|
12 uur (licht)
|
16 uur (licht)
|
18 uur (licht)
|
25 tot 50 kg
|
20 tot 25 uur (midden)
|
25 tot 30 uur (midden)
|
30 tot 35 uur (midden)
|
50 tot 100 kg
|
25 tot 30 uur (midden)
|
30 tot 35 uur (midden)
|
35 tot 40 uur (midden)
|
100 kg of meer
|
vanaf 30 uur* (midden)
|
vanaf 35 uur* (midden)
|
vanaf 40 uur* (midden)
|
Tot ontbranding brengen; per stuk
|
12 tot 20 uur
|
Lijst III Specifieke soorten professioneel vuurwerk en niet-gedefinieerd vuurwerk
die zodanig zwaar zijn dat het in handen van particulieren (levens)gevaarlijk is
Onder het zwaardere professionele/niet-gedefinieerde vuurwerk vallen onder andere
cakeboxen (batterijen), Romeinse kaarsen, fonteinen en shells (mortierbommen). Deze
vuurwerkartikelen worden illegaal aan consumenten verhandeld. Het meest risicovolle
type hiervan is de mortierbom (shell) die bij ondeskundig gebruik veel risico met
zich meebrengt. De mortierbommen dienen met behulp van een mortierpijp te worden afgestoken.
In de illegaliteit worden de mortierbommen zonder een dergelijke pijp verhandeld waardoor
de kans op ongelukken aanzienlijk toeneemt. Verschillende van de mortierbommen vallen
eveneens in de transportgevarenklasse ‘risico op massa-explosie’ (1.1G) vanwege de
explosieve lading.
Bij het oneigenlijke (zware) professionele/niet-gedefinieerde vuurwerk gaat het om
artikelen met als belangrijkste en/of enige effect een luide knal. Dit zijn vuurpijlen
met uitsluitend knaleffect, zoals lawinepijlen, en ‘bangers’ zoals vlinders, nitraten
en strijkers. De lading bestaat uit zogenoemd flitspoeder, een type lading dat heftiger
reageert dan zwart buskruit. Voor de Nederlandse situatie is vrijwel geen tot geen
professioneel gebruik bekend van dit type vuurwerk. Feitelijk is daarom sprake van
oneigenlijk professioneel vuurwerk. Vanwege de explosieve lading wordt dit knalvuurwerk
op grond van de ‘defaultclassificatie’ van de vervoerswetgeving voor gevaarlijke stoffen
ingedeeld in de zwaarste gevarenklasse, namelijk in de gevarenklasse ‘risico op massa-explosie’
(1.1G).
Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een
ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf).
Flowerbeds met pijpen meer dan 35 mm diameter en/of meer dan 15 kg, Romeinse kaarsen
meer dan 35 mm diameter
|
Voorhanden hebben
|
Ter beschikking stellen/afleveren
|
Ter beschikking stellen/afleveren aan personen jonger dan 18 jaar
|
1 tot 6 stuks
|
30 tot 35 uur (midden)
|
35 tot 40 uur (midden)
|
40 tot 45 uur (midden)
|
6 tot 11 stuks
|
35 tot 40 uur (midden)
|
40 tot 45 uur (midden)
|
45 tot 50 uur (midden)
|
11 tot 16 stuks
|
40 tot 45 uur (midden)
|
45 tot 50 uur (midden)
|
50 tot 55 uur (midden)
|
16 tot 21 stuks
|
45 tot 50 uur (midden)
|
50 tot 55 uur (midden)
|
55 tot 60 uur (midden)
|
21 stuks of meer
|
vanaf 50 uur (midden tot zwaar)
|
vanaf 55 uur (midden tot zwaar)
|
vanaf 60 uur (zwaar)
|
Tot ontbranding brengen
|
vanaf 50 uur* (midden tot zwaar)
|
* Omstandigheden waaronder gepleegd of de veroorzaakte gevolgen leiden tot een hogere
eis.
Shells (mortierbommen), lawinepijlen, zwaar knalvuurwerk*
|
Voorhanden hebben
|
Ter beschikking stellen/afleveren
|
Ter beschikking stellen/afleveren aan personen jonger dan 18 jaar
|
1 tot 6 stuks
|
30 tot 35 uur (midden)
|
35 tot 40 uur (midden)
|
40 tot 45 uur (midden)
|
6 tot 11 stuks
|
35 tot 40 uur (midden)
|
40 tot 45 uur (midden)
|
45 tot 50 uur (midden)
|
11 tot 16 stuks
|
40 tot 45 uur (midden)
|
45 tot 50 uur (midden)
|
50 tot 55 uur (midden)
|
16 tot 21 stuks
|
45 tot 50 uur (midden)
|
50 tot 55 uur (midden)
|
55 tot 60 uur (midden)
|
21 stuks of meer
|
vanaf 50 uur (midden tot zwaar)
|
vanaf 55 uur (midden tot zwaar)
|
vanaf 60 uur (zwaar)
|
Tot ontbranding brengen; per stuk
|
vanaf 50 uur** (midden tot zeer zwaar)
|
* Knalvuurwerk met meer dan 6 gram NEM of knalvuurwerk zonder opschriften en langer
dan 55 mm valt onder lijst III
** Omstandigheden waaronder gepleegd of de veroorzaakte gevolgen leiden tot een hogere
eis, bij aanzienlijke schade gevaarzetting / gevaar voor personen is het uitgangspunt
onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden.
Lijst IV Geïmproviseerd vuurwerk (zelfgemaakt vuurwerk of vuurwerk waaraan geknutseld
is)
Uitgangspunten:
-
1. Onder geïmproviseerd vuurwerk vallen gemodificeerde vuurwerkartikelen en projectielen
waarvan de lading afkomstig is uit – veelal illegaal – vuurwerk; Het betreft dan een
aan een bom of explosief soortgelijk voorwerp dat is bestemd voor het veroorzaken
van brand of ontploffing.
-
2. De Wet wapens en munitie wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor:
-
a. het vervaardigen, voorhanden hebben of overdragen van een geïmproviseerd vuurwerkexplosief;
-
b. het voorhanden hebben of overdragen van zwaar vuurwerk, indien blijkt dat dit is bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing (d.i. wapen categorie II, 7°)
(art. 55, derde lid: strafbedreiging max. 4 jaar gevangenisstraf voor categorie II wapens).
-
3. Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een
ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf);
-
4. Het Wetboek van Strafrecht is het aangewezen wettelijk kader voor het tot ontbranding brengen van een vuurwerkexplosief
(art. 157, eerste lid, en art. 170, eerste lid: strafbedreiging max. 12 jaar gevangenisstraf, bij strafverzwarende omstandigheden
hoger).
|
Zonder erkenning vervaardigen
|
Voorhanden hebben
|
Aan een ander overdragen/ter beschikking stellen
|
Tot ontbranding brengen
|
Geïmproviseerd vuurwerkexplosief
|
vanaf 60 uur* (zwaar)
|
vanaf 60 uur* (zwaar)
|
vanaf 65 uur* (zwaar)
|
vanaf 70 uur* (zwaar tot zeer zwaar)
|
* Omstandigheden waaronder gepleegd of de veroorzaakte gevolgen leiden tot een hogere
eis, bij aanzienlijke schade gevaarzetting / gevaar voor personen is het uitgangspunt
onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden.